Aantal Amsterdammers in armoede stijgt na jarenlange daling
Vorig jaar leefden er in Amsterdam 59.800 mensen in armoede, omgerekend zo'n 6,7 procent van alle inwoners, blijkt uit nieuwe gegevens van het CBS. Het zijn er een stuk meer dan een jaar eerder, toen het om zo'n 53.900 mensen ging. Een trendbreuk met de afgelopen jaren, toen het aantal armen telkens daalde. Het gaat om mensen die na het betalen van hun woonlasten, energiekosten, zorgverzekering en eigen risico, te weinig geld overhouden voor eten, kleren en sociale activiteiten. Van alle Amsterdammers onder de armoedegrens zijn er 7600 minderjarig. Armoedegrens Op basis van bovengenoemde basisbehoeften heeft het CBS een armoedegrens berekend. Die kwam vorig jaar uit op 1600 euro voor een alleenstaande en 2145 euro voor een stel. De armoedegrens voor gezinnen ligt hoger en is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen: voor ouders met twee kinderen tussen de 13 en 18 jaar is de armoedegrens bijvoorbeeld 3000 euro. In Amsterdam leeft 6,7 procent van de inwoners dus onder die grens. Een jaar eerder (dus in 2023) lag dat percentage na een herberekening nog op 6,1 procent. Toen meldden we dat Amsterdam het hoogste percentage armen telde. Volgens de laatste cijfers van het CBS stond Amsterdam in 2024 op een tweede plaats, achter de Limburgse gemeente Vaals, waar 6,9 procent van de inwoners onder de armoedegrens leeft. Ook Den Haag (6,4%), Rotterdam (6,3 %) en Groningen (5,8%) zitten in de top 5. Van de Amsterdammers onder de armoedegrens heeft 14,9 procent al langer dan drie jaar te weinig geld voor basisbehoeften. In 2023 lag dat percentage met 15,4 procent iets hoger. Bij 26.200 mensen is het inkomen lager dan 75 procent van de armoedegrens. Trendbreuk Het is voor het eerst in jaren dat het CBS meer armen telt in Amsterdam dan een jaar eerder. In 2018 lag dat aantal nog op 111 duizend, maar tot 2023 waren het er elk jaar minder. Ook in de rest van Nederland stijgt het aantal mensen in armoede voor het eerst in lange tijd weer. De stijging is mogelijk deels beïnvloed door de nieuwe meetmethode die het CBS gebruikt. In plaats van gemiddelde woon- en energiekosten in Nederland, worden nu de werkelijke kosten die mensen hebben meegenomen in de berekening. Ook worden eventuele financiële buffers meegeteld.
Lees verder