Al 75 jaar timmeren, zagen en bouwen: "Jeugdland is samen iets maken"
Het speelterrein in Oost waar hutten bouwen de basis vormt van dagenlang spelen, bestaat 75 jaar. Jeugdland begon vlak na de oorlog, toen nog met de naam Jongensland, omdat er weinig speelruimte in de stad was en er daarnaast gezocht werd naar een plek waar baldadige jeugd terechtkon. Het overleefde twee verhuizingen en ligt nu aan de rand van het Flevopark, waar nog altijd getimmerd en gezaagd wordt. Op het grote grasveld met verschillende hutten wordt voortdurend gezwoegd en gebouwd. Gezinnen, maar ook groepjes kinderen maken van pallets en planken de best mogelijke hutten. "We wilden een drieverdieping hut maken, het wordt wel een grote", beschrijft huttenbouwer Daan. "En hij wordt lang. Ja, dat een beetje." 'Samen iets maken' Het gratis toegankelijke speelterrein in Oost krijgt jaarlijks zo'n 120.000 kinderen op bezoek die spelen, in de tuin werken of een hut bouwen. Vier hectare groen met daarop een stadsboerderij, schommels en glijbanen, een kabelbaan en natuurlijk het huttendorp. Voor directeur Meinke Noordam laat het belang van zo'n plek voor Amsterdamse kinderen zich raden. Er kan worden geleerd, van zowel de bloemen en planten, als spelenderwijs bij de hutten. De kinderen zijn buiten en omdat het gratis is, betekent het niet automatisch dat ze spelen met klasgenootjes, maar ook met andere kinderen uit de buurt. Kijkend naar de huttenbouwers: "Ja, dit is Jeugdland, samen iets maken." Voor Petra van den Berg, die als kind opgroeide op Jeugdland, betekent de herinnering aan altijd buiten zijn veel. Al heette het toen anders. "Toen heette het Jongensland, want er kwamen alleen jongens", blikt ze terug. "In mijn tijd mochten er ook meisjes komen. Vroeger kon er meer, je kon ook autocrossen of brommercrossen terwijl je niet 16 was. Of als je wel 16 was en je had een brommer dan haalde je hem uit elkaar om te crossen en als je naar huis gaat, zet je hem weer in elkaar om naar huis te gaan." Drie locaties Jeugdland begon waar nu de A10 Oost ligt en daar kon je alleen met een pontje naartoe. Later verplaatste het naar waar nu camping Zeeburg ligt. Momenteel ligt het terrein, sinds 1997 aan de rand van het Flevopark. Daar wordt niet meer alleen getimmerd. Ook is er een tuin, waar vrijwilligers de boel onderhouden, zodat kinderen er kunnen leren. De 75-jarige Flip Noordam zit tussen het groen en plukt het onkruid eruit. Hij geniet één dag in de week van zijn klusjes in de tuin, waar hij vaak wordt omringd door enthousiaste kinderen. "Als ik hier zo bezig ben, dan gaan die kinderen rond met opdrachtjes. Ze moeten planten zoeken, die benoemen en herkennen. Op enig moment mogen ze ook kruiden uit de grond trekken en dan gaan ze daar aan de overkant iets lekkers ervan maken. Een slaatje, of er wordt pizza gemaakt of soep getrokken." De tuin grenst aan de gloednieuwe stadsboerderij, die sinds begin mei open is. Vanuit hier wordt de natuur- en milieu-educatie geregeld en ook is daar ruimte om te koken. Allemaal toevoegingen, maar voor directeur Mienke Noordam staat het spelen nog altijd voorop. Het huttenbouwen levert elke dag blije gezichten op. Bij de bouwers, maar ook bij Noordam. "Als een hut een nummer heeft, dan is het een teken dat 'ie mag blijven staan. Dat is een soort heilige graal. Kinderen die hier vaak bouwen die hopen dat ze een nummer krijgen en dat betekent eigenlijk dat de hut sterk genoeg is om te blijven staan."
Lees verder