Al tien jaar nemen hospita's economisch daklozen in huis, maar de vraag is groter dan het aanbod
Denny werd in 2013 economisch dakloos. Hij had een eigen bedrijf dat failliet ging, kwam in een scheiding en raakte zijn huis kwijt. Uiteindelijk kwam hij terecht bij een project van De Regenboog Groep dat verhuurders en economisch daklozen aan elkaar koppelt. "Ik woon nu in een paleis, maar dat was eerst wel anders." Uit nieuwe cijfers rondom dakloosheid in Amsterdam blijkt dat zo'n 11.000 mensen in Amsterdam geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. Volgens verschillende organisaties is het probleem nog nooit zo groot geweest. Een deel van de daklozen (12 procent) woont daadwerkelijk op straat. De rest slaapt bij iemand op de bank, in een auto of in een garagebox. Een groot deel van de mensen in deze situatie zit, wordt ook wel economisch dakloos genoemd: wel zelfredzaam, maar zonder huis. Denny Sinds tien jaar heeft De Regenboog Groep een initiatief om die groep onderdak te bieden: Onder de Pannen heet het. Hospita's nemen maximaal een jaar iemand in huis om rust te bieden voor de verdere huizenzoektocht. Denny was dus één van die huurders. "Dat was even wennen", vertelt hij. "Dat is toch altijd in het begin op je tenen lopen. Maar daarna gaat het hartstikke goed. Je kunt een beetje samen kwebbelen en desnoods ga je boodschappen doen met elkaar." Tiende verjaardag De Regenboog Groep - een organisatie die dak- en thuislozen bijstaat - viert nu de tiende verjaardag van het project, dat naar 38 gemeenten in het land is uitgerold. In Amsterdam zijn er in die tijd 309 mensen geholpen aan een tijdelijk huis. Projectleider Tamara Kuschel: "Maar het aanbod is nog altijd te laag als je iedereen wilt bedienen. Er zijn gewoon meer mensen nodig, maar eigenlijk natuurlijk gewoon meer huizen in de stad." Iemand die besloot zo'n leegstaande kamer aan te bieden, is Marijn Rümke uit Oost. "Dit huis is te groot en die kamer keek me zo aan. En ik dacht: dit kan niet Marijn, met deze woningnood". Sinds kort woont er daarom een huisgenoot in haar kamer. Dat is overigens iemand anders dan Denny. 'Spannend en interessant' "Iemand uit een totaal andere wereld dan de mijne", zegt Marijn. Dat maakt het spannend en interessant. "We zijn het vaak niet met elkaar eens, maar daarna kunnen we ook verschrikkelijk hard met elkaar lachen." "In het begin is het even op je tenen lopen", zegt Denny. "Maar zodra er vertrouwen is, dan heb je gewoon wat aan elkaar." Maximaal een jaar Het is de bedoeling dat huurders maximaal een jaar blijven, zodat ze aangespoord worden om op zoek te gaan naar een duurzame woning. Volgens De Regenboog Groep lukt dat tot nu toe in 53 procent van de gevallen. Dat is niet veel, "maar zo moeilijk is het nu op de woningmarkt", zegt Kuschel. Mensen die geen woning kunnen vinden, zoeken daarna zelf nieuw onderdak of komen weer een opvang terecht. Denny heeft wel een eigen woning kunnen vinden, volgens hem komt dat mede doordat hij een jaar bij een hospita heeft kunnen wonen. "Dit heeft veel voor mij betekend, het was oprecht een kantelpunt. Die rust, een jaar lang stressvrij, dat is zo belangrijk."
Lees verder