Amsterdamse Bos traint insecten om eikenprocessierups van binnenuit op te eten
Boswachters experimenteren dit jaar in het Amsterdamse Bos met een nieuwe manier om af te rekenen met de eikenprocessierups. In speciale insectenhotels worden sluipwespen en zweefvliegen getraind om zoveel mogelijk rupsen te doden. Dat is een aanvulling op natuurlijke bestrijdingsmethoden die al werden ingezet door heel Amsterdam. De afgelopen jaren werden rondom eiken bijvoorbeeld al mezenkasten geplaatst en bloemen geplant: allemaal om natuurlijke vijanden van de rups aan te trekken. Boswachter Claudia Plaisier legt uit hoe het nieuwe 'vlinderfilterhotel' werkt. "In het hotel zitten verschillende eikenprocessierupsnesten, maar ook sluipwespen en zweefvliegen. Die leggen hun eitjes tussen de brandharen van de rups. De larven eten de rups uiteindelijk van binnenuit op." Omdat de insecten in het hotel de smaak te pakken krijgen, gaan ze daarna op jacht om meer rupsen te parasiteren. De uitgang van het hotel is te klein voor eikenprocessierupsen en -motten. Zij kunnen zich dus niet verder verspreiden. Het is een effectieve manier van bestrijding, weet Claudia. "Zo'n vlieg kan wel honderd eitjes leggen, dus dat betekent dat hij wel honderd rupsen kan bestrijden." Tekst gaat verder onder afbeelding. Door de natuur een handje te helpen met het onder controle houden van de populatie eikenprocessierupsen, hoopt Amsterdam nooit meer zo'n horrorzomer als in 2018 mee te hoeven maken. "Toen hebben we echt stukken bos moeten afsluiten." Toezichthouder gemeentegroen Jan Kamminga ziet het ieder jaar beter gaan. "Toen we stopten met chemische bestrijding nam het weer even toe, maar in 2018 kon je op bijna elke eikenboom nesten vinden en dat is nu maar een fractie." In Amsterdam staan ongeveer 19.000 eikenbomen. Vorig jaar zat de rups op ongeveer acht procent van die bomen. Natuur leert steeds meer Landelijk neemt de aanwezigheid van de rups ook nog steeds sterk af, blijkt uit gegevens die het kenniscentrum eikenprocessierups jaarlijks verzameld. De mens heeft daar een belangrijk aandeel in, maar ook de natuur zelf reageert op de plaag van 2018. "Maar mezen hebben er bijvoorbeeld zo'n vijf jaar over gedaan om te leren dat ze die rupsen kunnen eten", legt Jan uit. Hij vermoedt dat we nooit helemaal van de jeukrups af zullen zijn. "En dat is ook niet erg, want het is een onderdeel van de natuur. We zullen er mee moeten leren leven."
Lees verder