Amsterdamse huizenprijzen eerste kwartaal vier procent gedaald

De woningprijs in de regio Groot-Amsterdam is het eerste kwartaal van dit jaar vier procent gedaald ten opzicht van het vierde kwartaal vorig jaar. Dat heeft er volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) onder meer mee te maken dat steeds meer voormalig huurwoningen te koop worden aangeboden. In de vier grote steden zijn inmiddels twee van de vijf verkochte woningen voormalige huurwoningen.  Huizenkopers betaalden landelijk gezien gemiddeld 473.000 euro voor een koopwoning, waar dat eind vorig jaar nog 485.000 euro was. De huizenprijs daalde gemiddeld genomen 1,8 procent, minder hard dus dan in Amsterdam. Volgens de organisatie gebeurt dit vaker in het eerste kwartaal van het jaar. In de afgelopen vijf jaar was vier keer eerder een kwartaal met een prijsdaling.  Verhuurders zetten woningen steeds vaker in de verkoop na afloop van huurcontracten, mede door gewijzigde regelgeving. Hierdoor wordt het verhuren van een woning minder aantrekkelijk. Deze woningen, ook wel uitpondwoningen genoemd, zijn vaak kleiner en eenvoudiger wat de gemiddelde verkoopprijs drukt. In totaal wisselden afgelopen kwartaal bijna 34.000 woningen van eigenaar, een stijging van ruim 13 procent ten opzichte van eind 2024. Vooral appartementen werden vaker verkocht. Ook het aanbod van koopwoningen nam toe. Volgens Lana Gerssen, voorzitter van de NVM-vakgroep Wonen, bieden de voormalige huurwoningen starters meer kansen om een huis te kopen. Tegelijkertijd noemt zij de situatie op de huurmarkt voor starters "steeds schrijnender".