Dagtoeristen komen vooral naar Amsterdam om langs grachten te wandelen

Toeristen uit binnen- en buitenland die maar één dag in Amsterdam zijn, willen vooral wandelen langs de grachten. Dat blijkt uit een onderzoek dat de gemeente liet uitvoeren.  De onderzoekers hebben verdeeld over vier seizoenen ruim 3.000 enquêtes afgenomen op Centraal Station, de Nieuwmarkt, het Muntplein, het Museumplein, de Oude Pijp en het Leidseplein. Ze richtten zich op voetgangers die niet in Amsterdam woonden en voor minimaal twee uur 'met een toeristisch-recreatief bezoekmotief' naar de stad waren gekomen en niet bleven overnachten.  Van de buitenlandse bezoekers gaf 80 procent aan dat ze langs de grachten gingen wandelen. Bij de Nederlandse bezoekers ging het om 47 procent. Een iets groter deel van de Nederlanders (53 procent) kwam naar de stad om te winkelen. Bij de buitenlandse dagbezoekers wilde 58 procent (ook) gaan winkelen.  Degenen die aangaven dat ze hoofdzakelijk voor het wandelen kwamen, gaven vaker dan de rest aan dat ze naar de Wallen gingen. "Dit voedt de veronderstelling dat het hoofddoel wandelen door de stad synoniem staat voor het persoonlijk ervaren van het (toeristische) beeld dat respondenten hebben van Amsterdam", schrijven de onderzoekers. Buitenlandse dagbezoekers gingen ook vaker naar het Vondelpark en de Albert Cuypmarkt dan Nederlandse dagjesmensen.  De meeste dagbezoekers (75 procent) waren met het openbaar vervoer gekomen. Ongeveer een op de vijf was met de auto of motor gekomen en slechts 1 procent met het vliegtuig. Dat waren vooral buitenlanders die op doorreis waren en tijdens hun overstap genoeg tijd hadden om even naar Amsterdam te gaan.  Wethouder Sofyan Mbarki (Aanpak Binnenstad en Economische Zaken) schrijft in een brief dat het onderzoek laat zien dat de binnenstad 'onverminderd populair' is. "Onze binnenstad zal een drukke en levendige plek blijven, gepaard met de daarbij horende uitdagingen van zaken als drukte, overlast, afval en toeristische monocultuur." Mbarki stelt wel dat er kansen zijn voor het spreiden van bezoekers. Zo zouden die nu al vaak geld uitgeven op de Zuidas en rond de Johan Cruijff Arena. "Door deze stadscentra te ontwikkelen met aandacht voor wonen, werken, leven én bezoeken, versterken ze niet alleen hun eigen identiteit, maar dragen ze ook bij aan een duurzamere en gebalanceerde bezoekerseconomie."