Dave Ensberg-Kleijkers volgt Linda Nooitmeer op als voorzitter NiNsee

Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft met Dave Ensberg-Kleijkers een nieuwe voorzitter gevonden. Ensberg-Kleijkers volgt Linda Nooitmeer op, die afgelopen november terugtrad. Ensberg-Kleijkers was eerder voorzitter van Art 1., een expertisecentrum dat zich inzet voor het bestuderen en bestrijden van discriminatie in Nederland. Het voorzitterschap van NiNsee combineert hij met zijn rol als bestuursvoorzitter van scholenkoepel Zonova in Zuidoost. Vorige week kondigde die koepel aan dat veel van die scholen van naam binnenkort een nieuwe naam krijgen die volgens hen inclusiever is.  Voorouders van Ensberg-Kleijkers waren tot slaaf gemaakten die op een plantage in Suriname werkten. Dat hij nu voorzitter is van het NiNsee, noemt hij een 'fantastische, grote eer'. "Ik ben blij dat ik dit mag doen, ook voor mijn voorouders, die tot slaaf gemaakt waren en voor mijn vrijheid hebben gevochten." Nazaat van tot slaaf gemaakten "Mijn familiegeschiedenis is een heel belangrijk deel van mijn motivatie. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat we in vrijheid en gelijkwaardigheid kunnen leven. Het is fijn om nu verbinding te kunnen maken met de toekomstige generatie. Tegen anti-zwart racisme en om herhaling te voorkomen." Ensberg-Kleijkers omschrijft zichzelf als een 'geboren optimist' die ook kijkt naar dingen die goed gaan. "We hebben de afgelopen jaren excuses gekregen van zowel de koning als de premier. En vanuit de Rijksoverheid is er een herstelprogramma opgezet." "Er zijn de afgelopen jaren ook meerdere lokale comités opgezet die herdenkingen en vieringen organiseren. Ook buiten de grote steden schiet ons verhaal steeds meer wortel." Volgens Ensberg-Kleijkers is dat voor een groot deel te danken aan zijn voorganger Linda Nooitmeer. 'Enorme opgave' Nooitmeer maakte in november bekend dat ze zou terugtreden als voorzitter. Na haar komst in 2017 kreeg de organisatie wind in de zeilen en kwam er vanuit de Nederlandse overheid steeds meer erkenning voor diens rol in het slavernijverleden. Iets wat sinds de oprichting in 2002 de missie van het instituut was geweest. Maar volgens Nooitmeer is er nog altijd veel werk te doen voor het NiNsee. "We zijn er nog niet goed in geslaagd om de doorwerking van de slavernij aan te pakken", zei ze vlak na haar aftreden. "De sociaal-economische achterstanden bij mensen met Afrikaanse roots in Nederland, Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn nog altijd niet ingelopen." Ensberg-Kleijkers zegt in een reactie daarop dat het belangrijk is om te 'differentiëren': "Die beleving is in Suriname bijvoorbeeld anders dan in het Caribisch gebied. Maar ja, het is absoluut een feit. We hebben een enorme opgave." Culemborg Die opgave ligt volgens hem vooral buiten de grote steden, waar nog veel verhalen over het Nederlands slavernijverleden liggen die volgens hem nog bij veel mensen onbekend zijn. "Bijvoorbeeld in Culemborg, waar ik woon. Hier heb je het Jan van Riebeeckhuis, genoemd naar de man die Kaap de Goede Hoop heeft ontdekt, tussen aanhalingstekens. Hij is geboren en getogen in Culemborg, maar jeetje, wat kan er nog een hoop verteld worden over de andere kant van zijn verleden." De nieuwe voorzitter is tevreden over wat er tot nu toe in Amsterdam gebeurt. "Amsterdam is tot nu toe een van de gemeenten die de afgelopen jaren zijn nek heeft uitgestoken." Hier wordt er op een aantal scholen lesmateriaal van het NiNsee aangeboden over Keti Koti.  Ook zijn er in Noord en Oost zogenoemde dialoogkavels. "Daar kunnen met elkaar praten over wat het betekent om met een Afro-Caribische achtergrond in Amsterdam te wonen." Ensberg-Kleijkers hoopt dat beide initiatieven in de toekomst in de hele stad georganiseerd worden.

Lees verder