Docufictie Nesjomme laat het leven van Joodse Amsterdammers zien tijdens het interbellum

Nesjomme betekent ziel in het Joods en dat is ook wat er centraal staat in de docufictie van filmmaker Sandra Beerends. De film gaat over het alledaagse Joodse leven in de stad tijdens het interbellum, de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. "Ik wil dat Joodse Amsterdammers niet alleen als slachtoffer worden herdacht, maar ook als mens." We ontmoeten regisseur Sandra Beerends bij Koninklijk Theater Tuschinski. Daar staat ze even stil bij de struikelsteen van Abraham Tuschinski. Ook hij speelt een rol in de film van regisseur Sandra Beerends, maar het gaat vooral over het leven van 'gewone' onbekende mensen. Mensen die werken in een naaifabriek of naar de markt gaan. "Vaak staat de Holocaust in verhalen over de Joodse geschiedenis centraal. Maar ik vind het belangrijk dat mensen niet alleen als slachtoffer worden herdacht, maar ook als mens", vertelt ze. Het verhaal is fictief, maar opgebouwd uit echte archiefbeelden. In de film volg je de jonge Amsterdamse Ruscha die brieven stuurt aan haar broer Max. Dit is een fictief karakter, maar de dingen die zij meemaakt komen voort uit dingen die echt gebeurd zijn. Alle beelden die te zien zijn komen uit een van de duizend archieffilms die Beerends bekeek uit het Interbellum. Daarvan gebruikte ze er ongeveer 250, waarvan sommige fragmenten maar drie seconden duurden. "Ik ben in totaal vijf jaar met de film bezig geweest. Ik heb er twee jaar lang echt als een monnik ingezeten, maar ik vond het ook een voorrecht om al die beelden te zien en me te verdiepen in alle mensenlevens", vertelt ze.  De film is nu te zien in de bioscoop.

Lees verder