Extra jaar opvang zet Oekraïense vluchtelingen voor een dilemma: willen ze nog terug?

De tijdelijke beschermingsstatus voor Oekraïense vluchtelingen in Nederland is opnieuw verlengd. Tot zeker maart 2027 hebben ze recht op opvang, zorg en onderwijs. Goed nieuws, maar na drie jaar in Nederland rijst de vraag: willen ze straks eigenlijk nog wel terug? Sinds het begin van de oorlog in 2022 verblijven Oekraïners in verschillende opvanglocaties in de stad. Op dit moment vangt Amsterdam ongeveer 3.400 Oekraïners op. Een deel van deze tijdelijke oorlogsvluchtelingen woont in negen gemeentelijke locaties. Een verlenging van de opvang onder de RTB (Richtlijn Tijdelijke Bescherming) wordt Europees bepaald. Oekraïne wordt gezien als oorlogsgebied waar het nog dermate gevaarlijk is dat de vluchtelingen uit het land hier hun recht op zorg, onderwijs en woning kunnen voortzetten.  De Amsterdamse opvangplekken vanuit de gemeente zitten zo goed als helemaal vol en de druk daarop is hoog: de bezettingsgraad ligt al maanden boven de 99 procent. Slechts een paar bedden zijn nog vrij, bedoeld voor mensen met een aantoonbare binding met de stad. Van tijdelijke opvang naar langdurig verblijf In een oud schoolgebouw aan de Tosaristraat op Java-eiland wonen al drie jaar zo’n honderd Oekraïners. De klaslokalen zijn opgedeeld met eenvoudige wanden, aangekleed met baksteenbehang en persoonlijke foto’s. Via een livestream op YouTube staat de Oekraïense televisie op bij bewoners Yuliia en Anatoliy: "Zo blijven we op de hoogte, onze stad Charkiv is ook vandaag weer gebombardeerd." Een verdieping hoger in de gymzaal is een gemeenschappelijke huiskamer. “We vinden steun in elkaar” zegt een van de bewoonsters, terwijl ze met haar kinderen speelt. De elfjarige Oleksandra: "Ik heb veel vrienden op school en als ik alleen met mijn moeder zou wonen zou ik met niemand kunnen spelen. Hier kan dat wel." De opvangverlenging valt goed bij de bewoners: "Hoe langer we veilig kunnen zijn, hoe beter." Maar het levert ook een dilemma op, want met ieder jaar dat voorbijgaat raken gezinnen dieper geworteld in Amsterdam. Kinderen gaan naar school, spreken Nederlands. Hun ouders werken en bouwen hier – vaak wel met meer moeite – ook een leven op: “We zijn heel dankbaar voor alle steun die we als Oekraïners krijgen", zegt een moeder. “We willen ooit terug. Maar weten niet wanneer.” Voor veel gezinnen zijn de kinderen leidend in die keuze. De moeder vervolgt: "Mijn zoon heeft hier zijn halve jeugd, ik zou het zo fijn vinden als hij hier zijn school kan afmaken en daarna zelf kan kiezen waar hij wil zijn." Oleksandra: "Ik wil best naar Oekraïne, want ik heb daar ook vrienden. Alleen met de oorlog wil ik er echt niet naartoe." De keuze is dus nog niet gemaakt, en als uiteindelijk de tijdelijke opvang stopt moeten de 3.400 vluchtelingen in de stad zoals het er nu naar uit ziet via de normale asielprocedure verblijf aanvragen. "Maar we proberen ons wel hard te maken naar het Rijk om dat anders te regelen", zo zegt verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink. Taallessen en werk vinden Volgens de wethouder horen de mensen die hier al zo lang zijn hier thuis en zou daar een oplossing voor moeten worden gevonden. Groot Wassink zet zich al jarenlang in voor de groep vluchtelingen in de stad.  "We moeten niet willen dat deze mensen straks op een uitkering terechtkomen. Dat betekent nu investeren in goede integratie. Dus we zijn al aan het nadenken hoe we met taal kunnen helpen en het regelen van werk en langdurig onderkomen."

Lees verder