Freddy Heineken legde miljoenen bij om Olympisch Stadion te redden: "Niemand mocht het weten"

Op 13 mei 2000 verricht Willem-Alexander de officiële heropening van het Olympisch Stadion na een grote renovatie. Dat dit moment plaatsvindt en het stadion dan niet allang is geweken voor woningen, is een klein wonder te noemen. Eind vorige eeuw is het namelijk zo duidelijk als wat: het stadion heeft z'n beste tijd gehad. Dit is het verhaal van een Amsterdams stuk geschiedenis waar de sloopkogel al zowat tegenaan hing. Nog geen zestig jaar na de opening van het Olympisch Stadion in 1928 neemt de gemeenteraad in 1985 een motie aan: het door Jan Wils ontworpen stadion moet wijken voor 1200 woningen. Het stadion, in 1937 uitgebreid met een betonnen tweede ring, wordt in die tijd nog maar weinig gebruikt, is flink verwaarloosd en bovendien loopt de erfpacht af. En dan verliest het gebouw met de naderende komst van de Arena ook nog eens de enige echte functie die het nog heeft, als decor van belangrijke wedstrijden van Ajax. Lobbykoning Piet Kranenberg Met als doel een feestelijk vaarwel voor het stadion komt er een afscheidscomité, mede opgezet door architectuurhistoricus Maurits Nibbering. "Toen zou ik zorgen voor een video, voor een boek en voor rondleidingen. Nou, ik heb het allemaal gedaan", blikt Nibbering nu terug. "Maar op een gegeven moment dacht ik: het is van de gekken dat dit gesloopt gaat worden. Dus toen heb ik in september 1991 het initiatief genomen om met de stadiondirectie te praten. Toen zeiden we: het kan wel, mits je actie gaat voeren. En dat hebben we gedaan." Het is het begin van een jarenlange strijd met eerst vooral stadsdeel Zuid. Nibbering wordt voorzitter van het actiecomité, maar het driekoppige stadionbestuur wordt naar buiten toe het gezicht van de actie. De drie musketiers, zo staan de inmiddels alle drie overleden mannen destijds in de stad bekend. Directeur Otto Roffel, president-commissaris Bram Mulder en adviseur Piet Kranenberg. Die laatste is zonder twijfel de belangrijkste kracht.  "Piet Kranenberg was een zeer bijzondere man", vertelt Nibbering. "Hij was directeur van de Amstel-brouwerij en werd overgenomen door Heineken. Iedereen die langer dan twintig jaar geleden in de stad leefde kende Piet Kranenberg." Al die connecties van Kranenberg ten spijt: het stadsdeel blijft begin jaren negentig voet bij stuk houden. Het stadion moet en zal tegen de grond.  Monumentenstatus als belangrijk wapen Douwe Tiemersma is in die tijd namens het stadsdeel verantwoordelijk voor het dossier Stadsvernieuwing en heeft dus veel te maken met de strijd om het stadion. "Ik was het ermee eens dat het gesloopt moest worden, ik vond het een lelijke betonnen klomp", zegt Tiemersma nu als we met hem naar de beelden van toen kijken. "Dat je kijkt hoe je het kunt behouden met een nieuwe functie, dat is een ander verhaal. Maar zoals uit de beelden blijkt: het bestuur van het stadion wilde de voetbalfunctie van het stadion behouden. En met dat argument konden ze ons niet overtuigen", vertelt Tiemersma. In september 1992 krijgt het stadion een belangrijk nieuw wapen in handen, met dank aan minister Hedy d'Ancona. "Ik zat enorm over te dubben: hoe kan ik er nu als minister verantwoordelijk voor de architectuur die parel laten slopen", vertelt ze daar in 2018 over in het AT5-programma De Straten van Amsterdam. "En toen had ik een hele slimme ambtenaar en die zei: 'Ik weet misschien wel iets, we moeten het op de monumentenlijst plaatsen.' En aldus geschiedde." "Ik snapte het niet", zegt Tiemersma. "Zeker toen ik later de argumentatie las dat die betonnen toevoegingen van Wils reden waren voor de monumentenstatus, begreep ik er helemaal niets meer van. En niemand in Zuid begreep er iets van." Volgens Nibbering was het besluit van d'Ancona cruciaal voor de eerste vier jaar van het proces, vanaf 1992. "Alleen, de Rijksmonumentenwet betekent ook dat het monument het Rijk geen geld mag kosten, zodra het gered is. Dus er moest een goed exploitatieplan komen", vertelt Nibbering. Plan na plan afgewezen En daar loopt het de jaren daarna keer op keer op stuk, van plannen om een evenementenhal van het stadion te maken tot ideeën waarbij rekening wordt gehouden met de woningwens van de gemeente. "Het heeft tot een patstelling geleid", zegt Tiemersma. "Want ook het bestuur van het Olympisch Stadion lukte het niet om rendabele plannen voor hergebruik te maken."  En dus lijkt sloop ondanks de monumentenstatus nog steeds onafwendbaar, als in 1994 een politieke wisseling van de wacht plaatsvindt. Tiemersma krijgt een andere portefeuille. Vanaf nu wordt het gezicht van de gemeente in deze kwestie de nieuwe wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening: Duco Stadig.  "Ik vond Piet Kranenberg een aardige man", vertelt Stadig als hij op de tribunes van het stadion terugblikt op die tijd. "Hij was heel slim om langs mijn secretaresse ineens in mijn kamer te staan. En als hij er dan eenmaal is zeg je: ga zitten. Ik respecteerde hem wel." Waardering of niet. De gemeente blijft de plannen, hoe creatief ook, afkeuren op financiële gronden. Anton Geesink pleit voor behoud In april 1996 staat het stadion in het middelpunt van de belangstelling vanwege honderd jaar Olympische Spelen, als oud-Olympisch kampioen Anton Geesink een pleidooi houdt voor behoud van het stadion. "Het stadion was toen gewoon nieuws, het was wereldnieuws voor een deel", zegt Nibbering. "Het werd ook wereldnieuws omdat men ging beseffen dat dit het eerste Olympisch Stadion ter wereld zou zijn dat daar speciaal voor gebouwd was, dat zou worden afgebroken." Het zorgde volgens Nibbering voor een kentering in de publieke opinie. En er komt een nieuw plan, van architect André van Stigt. Belangrijk voor de gemeente: in het plan staat dat er kantoren in en een parkeergarage onder het stadion komen. Met de huur daarvan zijn de onderhoudskosten gedekt.  Miljoenen van Heineken En dan opent het AT5 Nieuws op 1 juli 1996 met het bericht dat het Olympisch Stadion gered lijkt. De in 1937 toegevoegde betonnen ring verdwijnt, net als de wielerbaan. De atletiekbaan zal juist weer in ere hersteld worden. "Ze kregen de exploitatie rond, dat was het nieuwe feit", zegt Stadig nu. "En wat erbij hoorde: in het plan stond dat de tennishal ernaast zou verdwijnen voor woningen. Dat heeft de gemeenteraad uiteindelijk afgewogen. Want het waren wel vierhonderd woningen minder." Maar aan dat besluit hangt nog wel een belangrijke voorwaarde vast. De renovatie kost drieëntwintig miljoen gulden, maar gaat alleen door als het stadion zelf vijf miljoen bijlegt. Daar heeft het minder dan drie maanden voor. En dus komt er, uiteraard onder leiding van Kranenberg, een grote publieksactie. Voor een tientje kun je een baksteen uit het stadion kopen, voor tweehonderdvijftig gulden een stoeltje. Kranenberg krijgt het geld op tijd bij elkaar. Maar over de manier waarop de oud-topman van Amstel en Heineken dat doet, komt oud-wethouder Stadig nu met een opvallende onthulling. "Die vijf miljoen kwam vooral van Heineken." En die bewering wordt bevestigd door Nibbering: "Dat heeft Stadig bij het rechte eind. Een groot deel daarvan is door Freddy Heineken betaald. De helft of bijna de helft. Piet Kranenberg zei toen tegen mij: 'Meneer Nibbering, wij praten hier niet over en niemand mag het weten.' Beide heren zijn nu natuurlijk overleden en iedereen is nu heel blij met het stadion, dus iedereen mag het nu wel weten." Stadion al 25 jaar weer in gebruik En met die miljoenen van de biermagnaat is het stadion gered. In november 1997 gaat de renovatie van start en na de opening op 13 mei 2000 wordt het stadion op verschillende manieren gebruikt. Tot op de dag van vandaag. Stadig: "Had ik het anders gewild? Als ik nu zeg dat ik hier liever woningen had gehad, zou ik nu ook moeten zeggen dat ik strenger tegen Piet Kranenberg had moeten zijn. Waarom ik dat niet ben geweest destijds? Omdat hij zo aardig was!" Tiemersma is achteraf gezien tevreden met de uitkomst van het jarenlange getouwtrek. "Eigenlijk kun je zeggen dat wat er uiteindelijk gerealiseerd is wel een compromis is, namelijk dat die betonnen klomp weg is en dat het stadion een functie voor de buurt heeft gekregen." Nibbering zegt tot slot: "Het stadion is inmiddels van de hele wereld en het heeft de hele eeuw doorstaan."

Lees verder