Geen straf voor neerschieten man op Geldersekade Amsterdam: schutter handelde uit noodweer
Een 26-jarige man heeft geen straf gekregen voor de schietpartij op de Geldersekade in het centrum van Amsterdam in mei. De schutter handelde namelijk uit noodweer, oordeelde de rechter gisteren. Wel krijgt hij vier maanden cel voor het feit dat hij in het bezit was van een vuurwapen en handelshoeveelheden MDMA en cocaïne. De schietpartij vond op donderdag 22 mei rond 19.00 uur plaats. In de rechtbank bleek dat de 26-jarige verdachte de schoten loste, omdat zijn doelwit met een mes vier keer op zijn vriend had ingestoken. Deze vriend bleef na de schietpartij vlak voor de ingang van een Italiaans restaurant op de grond liggen. Zowel de schutter als de steker sloegen op de vlucht. 'Proportioneel handelen' De rechtbank spreekt van 'proportioneel handelen' door de 26-jarige ten opzichte van de aanval van het slachtoffer 'die een mes gebruikte om neer te steken en steekbewegingen bleef maken'. Wel komt de rechtbank tot het oordeel dat de verrichte handelingen door de gedachte 'voorwaardelijk opzet op de dood meebrengen'. "Door als ongeoefend schutter met een vuurwapen, te midden van een vechtpartij, gericht op het lichaam van het slachtoffer te schieten, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer als gevolg hiervan zou komen te overlijden", aldus de rechtbank. Aanhoudingen De man die had gestoken, meldde zich later met zijn schotwonden in het ziekenhuis en werd later aangehouden. Op zijn aanwijzingen kwam de politie later uit bij de woning van de schutter, in de buurt van de Nieuwmarkt. Hij werd daar samen met zijn vriendin aangehouden. Bij die aanhouding werd ook een vuurwapen, een mes en drugs gevonden. "De rechtbank rekent verdachte aan dat hij heeft geprobeerd de drugs en het vuurwapen door zijn (ex)-vriendin op te laten halen, vlak na het schietincident, kennelijk om bewijsmateriaal weg te laten maken", aldus de rechtbank. "Hij is ook gaan onderduiken om uit handen van de politie te blijven." Straf Volgens de rechtbank nam de schutter bewust het risico dat zijn doelwit door zijn schoten had kunnen overlijden. Maar omdat hij dat deed om zijn vriend te redden, handelde hij uit noodweer, was het verweer van de advocaat van de verdachte. Daar ging de rechtbank later dus ook in mee. "Alles afwegende legt de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van vier maanden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden en zal deze daarom niet opleggen."
Lees verder