Gemeente zet bouw bedrijfshallen in Lutkemeerpolder door, wel meer ruimte voor landbouw
De bouw van distributiehallen in de Lutkemeerpolder, die al gaande was, wordt doorgezet. Wel blijft er meer ruimte vrij voor zogenoemde stadslandbouw dan aanvankelijk het idee was. Dat schrijft wethouder Steven van Weyenberg (Grond en Ontwikkeling) in een brief aan de gemeenteraad. Al jaren strijden actiegroepen tegen de bouwplannen in de polder, en die zijn, ondanks dat er meer ruimte is voor landbouw, ontstemd over dit besluit. Die strijd richt zich op drieënveertig hectare van de 220 hectare die de Lutkemeerpolder in totaal bestrijkt. De gemeente wil daar distributiehallen en bedrijfsruimtes bouwen, Voedselpark Amsterdam wil dat de grond behouden blijft voor landbouw. Die laatste groep ontstond in 2022, voor die tijd voerden actiegroepen als Platform Behoud Lutkemeer en Extinction Rebellion al een jarenlange strijd tegen de bouwplannen. Van 1 naar 26 hectare voor landbouw Doel van Voedselpark Amsterdam is de drieënveertig hectare waar het om gaat te behouden van landbouw. Stadslandbouw, beter gezegd. Waar traditionele landbouw zich richt op grootschalige productie buiten de stad, kenmerkt stadslandbouw zich door het telen van voedsel in en rond de stad. In de oorspronkelijke plannen van de gemeente was één hectare gereserveerd voor stadslandbouw, op de overige tweeënveertig hectare zouden bedrijfspanden komen. Daar kwam Voedselpark Amsterdam tegen in protest. Dat zorgde er eerder al voor dat twaalf hectare behouden bleven voor landbouw. Daar komt nu veertien hectare bij. Een mooi compromis, vindt de gemeente. "We hebben een goede balans gevonden, ruimte voor een bedrijventerrein voor Amsterdamse ondernemers en extra ruimte voor stadslandbouw", zo schrijft de wethouder. Waterschap adviseerde tegen bouwplannen Maar daar denkt Iris Poels van Voedselpark Amsterdam anders over. "Die veertien hectare naast Westgaarde wordt nu als 'winst' gepresenteerd. Maar deze grond was altijd al bestemd voor landbouw en wordt nu stadslandbouwgrond, dus zonder gif. Dat is op zichzelf mooi, maar ondertussen verdwijnen er nog tientallen hectares vruchtbare, biologische landbouwgrond onder distributiehallen." In maart vorig jaar adviseerde het Waterschap nog om de bouwplannen stop te zetten. Dit omdat er een te hoog grondwaterpeil zou kunnen ontstaan als de grote bedrijfshallen op de polder zouden komen te staan. Volgens Europese regels moet de gemeente bovendien kunnen aantonen dat de waterkwaliteit niet verslechtert. In het bestemmingsplan stond destijds niet hoe dat zou gaan gebeuren. Maar het Waterschap kan alleen adviseren en niets tegenhouden. Het afblazen van het project zou kunnen leiden tot schadeclaims van een kleine honderd miljoen euro. Mede daarom was het al niet al te waarschijnlijk dat de gemeente de bouwwerkzaamheden, die al gaande zijn, zou stopzetten. "Met dit besluit kiest het college voor een scenario waarbij de gemeente extra ruimte vrijmaakt voor stadslandbouw, zonder daarbij af te wijken van eerder gemaakte afspraken over de ontwikkeling van het bedrijventerrein", aldus Van Weyenberg. "Harde klap voor duurzame ambities" Voedselpark Amsterdam is een stuk minder tevreden met deze uitkomst. "Met dit besluit verdwijnt de laatste gifvrije zeekleigrond van Amsterdam onder beton — een unieke bodem die eeuwenlang zorgvuldig is opgebouwd", zegt Poels. "Dit is een harde klap voor de duurzame ambities van de stad, voor de stadslandbouw in de regio én voor de vele Amsterdammers die hier een Voedselpark zagen." Na het zomerreces kunnen raadsleden nog reageren op het besluit.
Lees verder