Honderden ambtenaren voelen zich 'gecensureerd' als ze zich uiten over Palestina
Zo'n tweehonderd Amsterdamse ambtenaren hebben via een ondertekende petitie laten weten dat zij zich 'gecensureerd' en 'gesanctioneerd' voelen wanneer zij zichtbaar solidair zijn met Palestina. Zo zou er sprake zijn van 'een angstcultuur'. De partijen DENK en de Vonk hebben naar aanleiding van de petitie vragen gesteld in de raad. "Zonder ambtenaren die zich kritisch uitspreken tegen overheidsbeleid waren schandalen als de toeslagenaffaire nooit aan het licht gekomen", schrijven zij. Wethouder Hester van Buren (Personeel & Organisatie) laat in een raadsinformatiebrief weten dat 'het college en de gemeente als werkgever vinden dat hun medewerkers zich veilig moeten voelen om zich te uiten'. Zo mag er geen sprake zijn van een gevoel van intimidatie. Daarentegen benadrukt Van Buren dat 'ambtenaren, ook als privépersoon, geen uitingen mogen doen die het eigen functioneren of het functioneren van de gemeente kunnen schaden'. Keuzes maken Volgens de wethouder is het onoverkomelijk dat ambtenaren aangesproken kunnen worden op de wijze of toon van uiting. "We bieden medewerkers ruimte om het niet eens te zijn met het bestuur en vinden het belangrijk dat zij die ruimte voelen. Maar we verwachten ook van hen om kritisch te zijn in hoe zij dat uiten en daar weloverwogen keuzes in te maken", aldus Van Buren. Over uitingen in gedrag door ambtenaren - en of dit binnen of buiten werktijd gebeurt - zijn regels opgesteld. "Hierbij is de functie van de specifieke ambtenaar en diens verantwoordelijkheid van belang. Hoe verder de ambtenaar van het betreffende beleidsterrein afstaat en hoe minder hiërarchische verantwoordelijkheid, hoe meer vrijheid er is." Er wordt verwacht dat een ambtenaar respectvol omgaat met anderen, 'in woord, gebaar, schrift'. Ook online communicatie valt hieronder. De basisregel die hierbij geldt: er mogen geen uitlatingen worden gedaan die de geloofwaardigheid van de gemeente kunnen aantasten. Toetsing De Vonk en DENK halen aan dat ambtenaren met naam en toenaam worden besproken tijdens openbare vergaderingen en dat zij op gesprek moeten zonder dat er regels zouden zijn overtreden. Zo krijgen sommige ambtenaren officiële waarschuwingen in hun persoonsdossier. "Het gaat hier niet om privéopinies, maar om het benoemen van feiten die worden onderschreven door internationale rechtbanken, mensenrechtenorganisaties en VN-rapporteurs", aldus de twee partijen. Van Buren laat weten hierover geen uitspraken te doen. Individuele uitingen worden getoetst aan de zogenaamde ambtenarenwet, de ambtseed en gedragscode. Hierbij wordt gekeken naar hoe een ambtenaar standpunten deelt en in welke context dat gebeurt. "We bieden daarbij ruimte voor de emoties die spelen rondom de situatie in het Midden-Oosten", benadrukt de wethouder. Mochten ambtenaren het niet eens zijn met een toetsing en maatregel, kan deze een melding maken bij een hogere partij, bijvoorbeeld Bureau Integriteit, de Ombudsman of het meldpunt voor discriminatie (MDRA). Van Buren: "De werknemer kan daarbij ondersteund worden door vertrouwenspersonen. Uiteraard staat ook de weg naar de rechter open."
Lees verder