Kunstmestfabriek ICL gaat in beroep tegen boete voor te hoge uitstoot zoutzuur
ICL gaat in beroep tegen de last onder dwangsom die het bedrijf kreeg opgelegd. De kunstmestfabriek moet van de Gedeputeerde Staten 250.000 euro betalen vanwege de te hoge uitstoot zoutzuur. Hun bezwaar daartegen was eerder ongegrond verklaard, maar dat laatste besluit wil het bedrijf nu teruggedraaid zien worden. ICL stootte bij controles in oktober en januari veel meer zoutzuur uit dan volgens de vergunning is toegestaan. Gevolg: geïrriteerde luchtwegen en prikkende ogen bij bewoners van met name Tuindorp Oostzaan en de NDSM, die al decennia klagen over verslechterde luchtkwaliteit. "In het belang van een gezonde leefomgeving is het belangrijk dat ICL op de kortst mogelijke termijn de uitstoot van zoutzuur terugdringt naar het vergunde niveau", schreef de toezichthouder, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, toen. Het bedrijf had al eens bezwaar ingediend tegen de boete die ze daarvoor kregen, maar die werd door de Gedeputeerde Staten ongegrond verklaard. Tegen die laatste beslissing gaat ICL nu in hoger beroep. Het bedrijf zegt het oneens te zijn met de manier waarop de Omgevingsdienst de vergunningvoorschriften heeft toegepast. Ook vinden ze dat de uitstoot van zoutzuur onjuist is berekend. Maatregelen In een persbericht laat het bedrijf weten dat ze doorgaan met het nemen van de eerder aangekondigde maatregelen: een actief koolfilter tegen de stank, het gebruik van gezuiverd water om zoutzuur terug te dringen, en op termijn de vervanging van de gaswasser. Volgens wetenschappers die AT5 sprak is het nog maar de vraag of die maatregelen gaan helpen.
Lees verder