Miljoenen extra voor opvang Europese arbeidsmigranten die op straat belanden

Het kabinet steekt de komende jaren bijna veertig miljoen in de opvang en begeleiding van dakloze arbeidsmigranten uit de Europese Unie. Dat geld moet besteed worden aan opvanglocaties, het begeleiden aan een nieuwe baan in Nederland en aan terugkeer naar het thuisland, wanneer hier een baan vinden niet meer mogelijk is. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum was vandaag op bezoek bij een opvanglocatie in West. Hij werd daar rondgeleid door mensen van de Regenboog Groep en ging in gesprek met wethouder Rutger Groot Wassink. "Je ziet dat in heel veel steden het aantal dakloze arbeidsmigranten toeneemt. Dat plaatst de gemeente voor grote problemen voor grote problemen en natuurlijk ook de mensen zelf", vertelt hij.   In 2023 startte een proef met de opvang van dakloze arbeidsmigranten uit de EU in zes grote steden, waaronder Amsterdam. De steden kregen samen zeven miljoen euro per jaar om deze groep op te vangen. Die pilot was volgens het kabinet succesvol. Het merendeel van de deelnemers vond werk of keerde terug naar het land van herkomst. Daarom wordt het nu uitgebreid.  Uitzendbureaus Volgens schattingen van de gemeente is zo'n tachtig procent van de mensen die in Amsterdam op straat slaapt, arbeidsmigrant uit de Europese Unie. Dat gaat om een paar duizend mensen. En dat probleem wordt verergerd door werkgevers of uitzendbureaus die huisvesting aanbieden zolang het contract loopt, waardoor mensen bij verlies van hun baan snel op straat belanden.  Van Hijum: "De manier hoe we omgaan met arbeidsmigranten is een te makkelijk verdienmodel geworden.  Het is goedkope arbeid en ook goedkoop om weer afscheid van te nemen.  Daardoor belanden mensen op straat. Daar zit je als gemeente mee, dat zien wij als kabinet ook. Daarom willen we extra geld aan opvang besteden en terugkeer aan werk. Maar we moeten ook meer doen op het gebied van huisvesting bijvoorbeeld", aldus de minister.

Lees verder