OM: verklaringen Khalid A. over dodelijk bloedbad Bos en Lommer komen niet overeen met onderzoek

De verklaringen die Khalid A. heeft afgelegd in het onderzoek naar de dodelijke steekpartij aan de Gerard Callenburgstraat in Bos en Lommer komen niet overeen met onderzoek naar bloedsporen in de woning. Dat stelt het Openbaar Ministerie vandaag tijdens een pro-formazitting.  Het draait allemaal om een steekpartij in een woning aan de Gerard Callenburgstraat in Bos en Lommer, op 1 februari het lichaam van een vrouw gevonden in de woning van Khalid A. Ze had ruim veertig steek- en snijwonden. A. bekende in een vorige zitting al hiervoor verantwoordelijk te zijn en dat hij handelde uit noodweer. De twee hadden een relatie die op het moment van de steekpartij al een paar maanden uit was. Op 9 januari meldde de vrouw al bij de politie dat ze door de verdachte bedreigd werd. Bloedspoor tussen woning en politiebureau Haar lichaam werd aangetroffen nadat de verdachte zich iets voor 5.00 uur bij de politie had gemeld terwijl hij onder het bloed zat. Hij gaf daar aan dat hij de vrouw om het leven had gebracht. Overal in de woning lag bloed. Ook tussen de woning en het bureau waar A. zich had gemeld liep een bloedspoor.  De verdachte heeft meerdere verklaringen afgelegd over wat er zich in de woning heeft afgespeeld. A. vertelde over de meerdere snijwonden die hij zelf had, waaronder een grote in zijn hand. Volgens zijn eigen verklaring kwam dat omdat de vrouw hem tijdens een ruzie met het mes wilde aanvallen. Hij zou zich hebben gesneden toen hij in de hal het mes af wilde pakken en daarbij in het mes greep. Daarna zou hij het, zoals zijn advocaat het eerder omschreef, fatale letsel hebben toegebracht. Onderzoek naar bloedsporen Maar de verklaringen van A. en de resultaten uit forensisch onderzoek naar onder andere het bloedspoorpatroon komen niet overeen. De verdachte zou niet in de hal, maar in de woonkamer de grote wond aan zijn hand hebben opgelopen. Hij heeft daarnaast verklaard dat hij een mes in de keuken heeft gepakt, maar daar is nauwelijks bloed op het aanrecht gevonden. Het zou volgens justitie niet bij de verwonding van de verdachte passen.  De officier van justitie maakt hieruit op dat zelfverdediging - waar zijn advocaat Menco Rasterhoff eerder naar verwees - niet aannemelijk is. Of de rechtbank hier uiteindelijk in mee gaat, zal duidelijk worden tijdens de inhoudelijke behandeling. Eerst is er nog een pro-formazitting op 22 oktober.