Ombudsman zwakt rapport misstanden bij gemeente af, maar blijft kritisch: "Meldsysteem zeer problematisch"
Ambtenaren van de gemeente die melding doen van pesten, discriminatie of intimidatie, kunnen niet rekenen op een juiste en veilige behandeling van hun klacht door Bureau Integriteit, de afdeling die hiervoor verantwoordelijk is. Dat concludeert de ombudsman in zijn rapport 'Melden met vertrouwen', dat vandaag verschijnt. De ombudsman noemt het huidige meldsysteem 'zeer problematisch' en vindt dat meldingen over ongewenst gedrag per direct buiten de gemeente moeten worden afgehandeld. Na bemoeienis van burgemeester Femke Halsema de afgelopen maanden is het rapport wel afgezwakt. Ook is de onderzoeksvraag later nog veranderd. Bureau Integriteit van de gemeente is verantwoordelijk voor het behandelen van meldingen over (vermeende) integriteitsschendingen. Dat kunnen zowel zakelijke kwesties zijn, zoals fraude, belangenverstrengeling of misbruik van middelen, als sociale kwesties, zoals pesten, discriminatie of ander ongewenst gedrag. Amsterdam was jarenlang een voorbeeldgemeente in de zakelijke fraudebestrijding - één van de taken van Bureau Integriteit -, zo vindt ombudsman Munish Ramlal. "Maar iedereen heeft kunnen zien dat de aandacht de afgelopen jaren sterk is verschoven naar sociale onveiligheid." En juist op de werkwijze van Bureau Integriteit bij meldingen van sociale veiligheid is Ramlal zeer kritisch. "Ik wil ik eraan bijdragen dat Amsterdam ook op dit gebied in de toekomst een voorbeeldfunctie kan vervullen. Dat vereist dan wel een ingrijpend andere aanpak en inzet. Het onderzoeksgebied van de sociale veiligheid vraagt om een mensgerichte aanpak." Ramlal onderzocht sinds vorig jaar op eigen initiatief de manier waarop het Bureau Integriteit meldingen behandelt over sociale onveiligheid binnen de gemeentelijke organisatie. Hij sprak daarvoor met 82 betrokkenen uit verschillende lagen van de gemeente en trekt stevige conclusies. De aanleiding voor het onderzoek waren klachten en brandbrieven van gemeentemedewerkers in 2023 over discriminatie en sociale onveiligheid. Eerder toonde een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut aan dat meer dan de helft van de Amsterdamse ambtenaren pesten, vernedering of uitsluiting ervaart. Bijna 20 procent werd geconfronteerd met verbaal of fysiek geweld. Het onderzoek richtte zich niet op individuele klachten, maar op patronen en structurele knelpunten. Veel medewerkers gaven aan bij de ombudsman dat zij zich niet veilig voelen om intern hun verhaal te doen, uit angst voor negatieve gevolgen of gebrek aan vertrouwen in het systeem. Geen terugkoppeling Volgens het rapport klagen melders dat zij na het indienen van een melding vaak geen terugkoppeling krijgen of lange tijd in het ongewisse blijven. Ook ervaren zij dat de besluitvorming rond integriteitsonderzoeken een schijn van partijdigheid oproept. Een klager geeft daar inkleuring aan: "Als jij een melding maakt over een directeur, en het directieteam moet bepalen of jouw melding kan worden onderzocht, is er geen andere plek waar je een melding kan doen of überhaupt heen kan met je ervaring." In het rapport staat verder: "Enkele verzoekers gaan nog een stap verder en geven aan dat zij vinden dat Bureau Integriteit door de directie wordt gebruikt om kritische werknemers aan te pakken door melding te maken van hun gedrag bij Bureau Integriteit en te vragen om een persoonsgericht integriteitsonderzoek." En: "Bureau Integriteit wordt door sommige managers (in stadsdelen en directies) als dreigmiddel ingezet, wat de reputatie van onafhankelijkheid schaadt en angst oproept bij medewerkers." Ook gaven verschillende medewerkers bij de ombudsman aan dat zij waren uitgenodigd bij een gesprek met Bureau Integriteit als getuige, maar dat zij zich tijdens het gesprek als verdachte of zelfs als dader behandeld voelden. Ramlal: "Het gaat erom om mensen te hóren, niet te vérhoren. De huidige werkwijze blijkt een bron te zijn van klachten, verdriet en teleurstelling. Ondanks dat dit al jaren speelt, vinden ambtenaren het heel lastig om dit te noemen, uit angst en het idee alleen te staan." Aanbevelingen De ombudsman doet drie aanbevelingen aan de gemeente. Hij pleit voor een Commissie Integriteit die toezicht houdt op klachten en onderzoeksmethoden. Ook vindt Ramlal dat meldingen over ongewenst gedrag tijdelijk moeten worden behandeld door een externe instantie. Tot slot wil hij dat er externe deskundigen worden betrokken bij de beoordeling van meldingen om zo partijdigheid te voorkomen. Ramlal benadrukt in een reactie op zijn rapport dat de gemeente als werkgever verantwoordelijk is voor een veilige werkomgeving: "Als het meldsysteem hapert, vergroot dat de onveiligheid omdat je je onbeschermd voelt." Hij zegt dat 'een snelle en herstelgerichte opvolging van dergelijke meldingen' nodig is. Onafhankelijk? Op de voorpagina van het rapport van 70 pagina's staat naast de titel 'Gewoon, onafhankelijk'. Wie dit vergelijkt met eerder verschenen rapporten van de ombudsman - daar stond dit niet - kan niet anders dan concluderen dat dit een reactie in op vorige week. Vrijdag kwam naar buiten dat burgemeester Femke Halsema de afgelopen maanden achter de schermen kritisch is geweest op de opzet van het onderzoeken. Ze ontkende druk te hebben uitgeoefend op de ombudsman. De vraag die velen stellen na de bemoeienis van de burgemeester: is de ombudsman nog wel onafhankelijk? Met de voorpagina geeft Ramlal antwoord op die vraag, maar voor het echte antwoord moeten de concept- en definitieve versie met elkaar vergeleken worden. Want wie de conceptversie en de definitieve versie naast elkaar neerlegt en vergelijkt, ziet wel opvallende verschillen. Zo zijn er de afgelopen maanden nog aanpassingen gedaan in de onderzoeksvraag. Algemeen is de opvatting in de wetenschap dat een onderzoeksvraag achteraf aanpassen niet mag. Bij de conceptversie - uit september dit jaar - wordt er nog gesproken over wat ‘ambtenaren en inwoners’ mogen verwachten, bij de definitieve versie is ‘inwoners’ verdwenen. Ook wordt er bij de definitieve versie gesproken over wat er verwacht mag worden van de ‘gemeente Amsterdam’, waar bij de conceptversie nog staat wat er verwacht mag worden van ‘Bureau Integriteit’. Verder staat er in de conceptversie dat het onderzoeksproces van de ombudsman is belemmerd door 'onverwachte wendingen' waardoor 'moest worden afgeweken van de oorspronkelijke planning'. De ombudsman schrijft daarover: "Ik ben van oordeel dat de gemeente de wettelijke medewerkingsplicht heeft geschonden door documenten van externe vertrouwenspersonen niet beschikbaar te stellen voor dit onderzoek." Deze passage is in de definitieve versie verwijderd. Ook stond in de conceptversie dat er sprake is van matige kritische reflectie bij Bureau Integriteit door henzelf maar ook door het management. "Hierdoor heerst er mogelijk bij het management en bij Bureau Integriteit zelf een sterk positief zelfbeeld. Een onderzoek naar Bureau Integriteit, en dan door de Ombudsman, leek in de achterliggende periode bij Bureau Integriteit als onwennig te worden ervaren." Ook deze passage is niet meer terug te vinden in het vandaag verschenen definitieve rapport.
Lees verder