Podcastserie over de punkbeweging in Amsterdam: "Paradiso was hun huiskamer"

Paradiso heeft deze maand een zesdelige podcastserie gelanceerd over de punkbeweging in Amsterdam: Punk in Paradiso. De podcast is gemaakt door artiest Elmer (Merel Pauw) en muziekjournalist Oscar Smit, die eerder al de boekenserie De Paradiso Punkjaren schreef. "Paradiso was voor de punks een huiskamer geworden." Zijn wilde haren is Oscar Smit wel een beetje kwijt, maar zijn leren jack draagt hij nog. We spreken voormalig punk- en muziekjournalist Oscar Smit in de Kleine Zaal van Paradiso, waar eerder deze maand de podcastserie Punk in Paradiso is gelanceerd. Smit is in zijn hart nog steeds een beetje punk. "De muziek vind ik nog steeds goed, maar ik heb ook een soort attitude van 'do it yourself', dat is een van de voornaamste dingen van punk."  Hard, snel en energiek Punk ontstond als een muziekstroming in Amerika, maar ook Engeland. Smit: "De muziek was hard, snel, energiek. Qua inhoud zetten ze zich af tegen alles, tegen al het bestaande." In New York werden punkconcerten gegeven in groezelige clubs, zoals het legendarische CBGB. "De Talking Heads, Blondie, de Ramones, die zijn daar allemaal begonnen. In Engeland had je natuurlijk de Sex Pistols." Vanuit Amerika en Engeland waaide de punk over naar het ruwe Amsterdam van de jaren zeventig. Smit: "Amsterdam zag er vuil uit, de gebouwen waren slecht onderhouden, er was veel leegstand, en tegelijkertijd was er armoede en werkloosheid. Er was dus ontevredenheid." Dat alles was niet alleen een voedingsbodem voor de kraakbeweging eind jaren zeventig, maar ook voor de punkbeweging. "Een heleboel jongeren werden niet alleen door de muziek getrokken, maar ze hadden echt iets gemeen met elkaar. Ze zochten elkaar op, en dat gebeurde dan vaak in kraakpanden. Daar konden ze dan een oefenruimte krijgen." Bekende kraakpanden in die tijd waren bijvoorbeeld het Zebrahuis en Huize Chaos aan de Sarphatistraat.  Dan was er ook nog platenwinkel No Fun op de Rozengracht, waar de punkers zich verzamelden, en natuurlijk Paradiso. "In Paradiso was een groep van ongeveer honderd punks die eigenlijk altijd naar Paradiso gingen als er een punkconcert was. Paradiso was hun huiskamer geworden." Brandblussers op het podium Paradiso begon met maandelijkse punkconcerten, maar al snel was er elke week wel eentje. Vooral Nederlandse punkbands traden op. Een legendarische punkband in die tijd was Panic, met zanger Peter ten Seldam. "Panic was een hele belangrijke band en ook een hele sensationele band. Als je naar een optreden van Panic ging, was er altijd wel iets te beleven. Zo had Peter beslag weten te leggen op een enorme voorraad afgekeurde brandblussers. Die nam hij altijd mee. Ging hij ermee spuiten op het podium of in het publiek." Peter ten Seldam is vorige week overleden. Smit en Elmer hebben hem daarvoor nog wel kunnen spreken voor de podcastserie. "Hij was toen al aan het dementeren. Maar hij was toch nog helder en wist zich een aantal dingen nog goed te herinneren, en kon daar mooi over vertellen." In de podcastserie wordt niet alleen naar vroeger gekeken. Want punk is volgens Smit nog springlevend. Hij ziet nu ook veel meer vrouwen in de punkscene, die het 'vrouw zijn' heel bewust uitdragen. Smit noemt Sophie Straat als voorbeeld. En ook de in opspraak geraakte Bob Vylan is volgens Smit hartstikke punk.  De podcastserie Punk in Paradiso is te beluisteren op Spotify en alle bekende podcastapps. 

Lees verder