Problemen bij stadsreiniging nog niet voorbij: ziekteverzuim verder toegenomen
Het ziekteverzuim onder medewerkers van stadsreiniging is toegenomen, terwijl dat volgens een expert die AT5 sprak hiervoor al opvallend hoog was. Dit jaar zit 17 procent van de medewerkers van de reiniging thuis (vorig jaar bijna 15 procent), en een krappe 22 procent van de medewerkers van de afvalinzameling (vorig jaar 17 procent). Dat schrijft verantwoordelijk wethouder Van Buren in een antwoord op vragen van CDA-fractievoorzitter Rogier Havelaar. AT5 bracht de problemen ruim twee weken geleden aan het licht met een onderzoek. Daaruit bleek dat de stadsreiniging, die het afval inzamelt en de stad schoonhoudt, kampt met een hoge werkdruk, stijgend ziekteverzuim en kapotte voertuigen. Gevolg: de stad wordt volgens de medewerkers steeds viezer. Bij de dienst waar vuilnisophalers onder vallen, heeft 34 procent van de uitgevallen medewerkers psychische problemen, specificeert de wethouder. Nog eens 34 procent van het verzuim is gerelateerd aan het werk zelf. Bij de afdeling waar reiniging onder valt, is dit respectievelijk 40 en 23 procent. Hoogste verzuimpercentage bij vuilnisophalers Opvallend: de dienst waar afvalinzameling onder valt, heeft het hoogste verzuimpercentage van alle afdelingen binnen de gemeente, vooral door de uitval van vuilnisophalers. "Het werk is zwaar, zowel lichamelijk als mentaal", schrijft Van Buren. "Ook hebben sommige medewerkers problemen thuis. Daarnaast hebben sommige medewerkers ernstige psychische klachten en moeten ze lang wachten op hulp in de geestelijke gezondheidszorg." Ontevredenheid over werkdruk, roosters en materieel, zoals in het onderzoek van AT5 naar voren kwam, is bij Van Buren niet onbekend. Zo beklagen veel medewerkers zich erover dat ze in andere wijken dan hun eigen worden ingedeeld, waardoor ze soms lang moeten reizen en minder tijd hebben om schoon te maken. Of wagens worden uitgeleend aan andere stadsdelen en komen dan 'vies of beschadigd terug'. "We herkennen dat medewerkers zich verbonden voelen met vaste gebieden en materieel", aldus Van Buren. "Op dit moment kijken we hoe we bij de roosters voor 2026 meer met vaste wijken en vaste wagens kunnen werken, terwijl we tegelijk flexibel genoeg blijven om extra inzet te leveren waar dat nodig is." Ook zet de wethouder in op het verlagen van de werkdruk, onder meer door externen in te zetten.
Lees verder