Raad kritisch, maar wil naar inhoud rapport ombudsman en krijgt geen grip op Halsema's rol

Na wekenlang praten over elkaar en over het onderzoeksrapport Melden met vertrouwen van de ombudsman naar Bureau Integriteit, troffen burgemeester Femke Halsema en ombudsman Rumish Ramlal elkaar vanavond voor het eerst in de commissiezaal. De raad moest chocola maken van de ‘twee waarheden’ over het bestuurlijke conflict: de waarheid van Halsema en de waarheid van Ramlal. Na ruim 4,5 uur debat was de conclusie dat ze niet dichter bij elkaar waren gekomen. De raad wilde vooral door en praten over de inhoud, omdat het de raadsleden niet lukte grip te krijgen op de burgemeester in dit dossier. De fotografen stonden klaar om het moment tussen Halsema en Ramlal vast te leggen: hoe zouden zij elkaar begroeten na alle commotie en oordelen over elkaar in de afgelopen weken? Het bleef bij een handdruk; tot een gesprek kwam het vooralsnog niet. In het eerste deel van het debat ging de raad in gesprek met Ramlal. Hij had veel steun op de publieke tribune, die zelden zo vol zat. De ombudsman betoogde dat hij het vooral over de inhoud wilde hebben, nadat het wekenlang over het proces — de ruzie met de burgemeester — was gegaan. "De tranen van de Amsterdamse ambtenaren hebben mij diep geraakt, toen zij op mijn bureau vertelden over pestgedrag, seksuele intimidatie, racisme en discriminatie op de werkvloer en daarin niet werden gehoord en beschermd," aldus Ramlal. Hij verdedigde de inhoud van het rapport, de conclusies en ook de onderzoeksmethode. Na aanhoudende vragen van raadsleden kon Ramlal niet om het conflict met de burgemeester heen. "Als Amsterdamse ombudsman ben ik echt niet uit op alleen een confrontatie met onze burgemeester", zei hij. "Natuurlijk mocht het stevig schuren op de inhoud, maar uiteindelijk moesten we samen verder." Eén casus Kritiek vanuit de raad op de ombudsman richtte zich vooral op hoofdstuk 4 van het rapport. In dat hoofdstuk ging Ramlal in op de persoonsgerichte onderzoeken van Bureau Integriteit. GroenLinks, PvdA en VVD vroegen zich af of de ombudsman had overwogen geen algemene conclusies te trekken in dit deel van het onderzoek, omdat dit volgens hen op slechts één casus was gebaseerd. Ramlal vond dat niet nodig. Halsema was geen onderdeel van dit deel van het debat via de microfoon, maar haar houding sprak boekdelen. Non-verbaal deed zij — zoals wel vaker bij stevige debatten — duidelijk mee: armen over elkaar, hoofdschuddend, druk klikkend met een pen en afkeurende blikken. Nog voordat zij het woord kreeg, was duidelijk dat de burgemeester het nog steeds met weinig van de ombudsman eens was. Vanuit de oppositie kwam stevige kritiek op het handelen van de burgemeester. Fractievoorzitter Juliet Broersen (Volt) benadrukte dat er ruimte moest zijn voor tegenmacht. "Dat de ombudsman en zijn team het gevoel meedroegen tegengewerkt te zijn, is niet correct." SP-fractievoorzitter Remine Alberts verweet Halsema dat zij een ‘strijd tegen het rapport’ was begonnen in plaats van een open bestuurlijke reactie te geven. Daan Wijnants (VVD) vond dat Halsema met haar handelen de grens had opgezocht door het functioneren van de ombudsman bij het presidium aan te kaarten. De coalitie was milder richting Halsema. PvdA-fractievoorzitter Lian Heinhuis betreurde dat er zoveel te doen was over het rapport, omdat dit volgens haar afdeed aan de daadwerkelijke problemen. Zij vroeg de burgemeester wel te reflecteren op het proces. "Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat het zo’n rommelig proces is geworden?" Sociale onveiligheid Veel raadsleden wilden uiteindelijk ook over de inhoud van het rapport spreken. "Het is belangrijk dat we vandaag stilstonden bij het grote probleem dat onze gemeentelijke organisatie heeft," zei Heinhuis. "Dat blijkt opnieuw uit het onderzoek van de ombudsman. We mogen ons niet neerleggen bij de sociale onveiligheid." Volgens Rob Hofland bood het rapport van Ramlal wel relevante aanknopingspunten om Bureau Integriteit te verbeteren. GroenLinks-fractievoorzitter Imane Nadif benadrukte dat de discussie grote zorgvuldigheid vereiste, maar dat het rapport van Ramlal wel degelijk tekortkomingen kende. "Zo is in hoofdstuk 4 de beoordeling van persoonsgerichte onderzoeken gebaseerd op slechts één casus. En zelfs daar is in onze ogen vooral het verhaal van de pleger meegenomen, niet dat van de slachtoffers." Dit zorgde volgens GroenLinks voor een vertekend beeld van het onderzoeksproces. Na bijna drie uur debat mocht Halsema reageren. Zij herhaalde haar kritiek op het ombudsmanrapport. Ze somde de oordelen op over Bureau Integriteit die waren verschenen — "zeer problematisch, bron van verdriet en teleurstelling, geen vertrouwen in het systeem" — maar maakte direct duidelijk: "Ik verzet me daartegen. Ik verzet me daar echt ten diepste tegen." Volgens haar herkenden medewerkers van Bureau Integriteit zichzelf op meerdere pagina’s, terwijl er geen individuele casussen besproken zouden worden en zij niet waren gehoord. "Ik ken medewerkers die al weken wakker liggen…" Ook noemde ze het ‘kwetsend’ dat gesprekken die bedoeld waren om te de-escaleren volgens haar onjuist in de krant waren weergegeven. Halsema benadrukte dat een hard oordeel over Bureau Integriteit op feiten moest steunen. "Ik vind dat ik als bestuurder daar een verantwoordelijkheid in heb." Het debat doofde uiteindelijk uit als een nachtkaars. Raadsleden kregen geen grip op Halsema. Cas van Berkel (JA21) probeerde nogmaals te benadrukken — zoals vaker al — dat Halsema beter de reguliere route had kunnen volgen door haar kritiek te uiten via de bestuurlijke reactie. Remine Alberts (SP) herhaalde haar oproep dat Halsema een ‘volwassen stap’ naar voren moest zetten. Beide raadsleden moesten het doen met de eerdere antwoorden van de burgemeester. Anderhalf uur later Om iets over 22.00 uur was het debat — anderhalf uur later dan gepland — afgelopen. De publieke tribune en de tribune met ambtenaren waren inmiddels al ruim gehalveerd. Over de relatie met de ombudsman zei Halsema nog: "Weet u: elke dag is een nieuwe dag." Eén ding was zeker: het was niet de laatste keer dat dit onderwerp op de politieke agenda zou staan.

Lees verder