Rode Lijn-protest historisch groot: alleen kruisraket trok meer demonstranten

Met volgens de organisatie 250.000 demonstranten op het Museumplein was het Rode Lijn-Protest een van de grootste demonstraties uit de Nederlandse geschiedenis. Alleen de acties tegen Amerikaanse kruisraketten brachten meer mensen op de been.  Toen Jan Jaap Oosterzee zich gisteren tussen duizenden mensen het Museumplein op probeerde te wurmen, moet hij gelijk denken aan 21 november 1981. Op die dag demonstreerden naar schatting 400.000 mensen op hetzelfde Museumplein tegen de Nederlandse regering, die midden in de Koude Oorlog van plan was Amerikaanse kruisraketten op Nederlandse bodem te stationeren.  Het werd het op een na drukstbezochte protest ooit. Alleen op het Malieveld in 1983 was het drukker, toen brachten diezelfde kruisraketten naar schatting 500.000 mensen op de been. Oosterzee, als jongeman betrokken bij het Interkerkelijk Vredesberaad, organiseerde beide anti-kernwapenprotesten. Nu, bijna 44 jaar later was hij namens zijn werkgever PAX, ook betrokken bij de organisatie van het Rode Lijn-protest. "Het was ongelofelijk overweldigend en bemoedigend." Geen incidenten   De protesten lijken op elkaar, zegt Oosterzee. "Toen voelde het ook geweldig om het samen te doen, maar tegelijkertijd verschrikkelijk dat we dit moeten doen." Met name de vriendelijke sfeer deed Oosterzee denken aan het protest van 1981. "Bij zo'n hoge opkomst, is er meestal geen sprake van een grimmige sfeer of grote incidenten. Al is de aanleiding vreselijk, er ontstaat een gevoel van gezamenlijkheid." Dat beaamt ook Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Volgens de onderzoeker is in Nederland bovendien een vertekend beeld ontstaan van demonstraties. "Uit onderzoek blijkt dat maar 3 procent van de demonstraties minimaal 1 incident laten zien, maar media pikken juist die demonstraties eruit." Solidariteit Een andere opvallende gelijkenis tussen het Rode Lijn-protest en de anti-kernwapendemonstratie is volgens Van Stekelenburg de wil om een brede coalitie te smeden. "In 1981 waren er honderden organisaties betrokken", zegt ze. "Van de kerken tot de IKV en de mensen die langs de deuren gingen om mensen te attenderen op de actie. Iedereen nam hun achterban mee." Dat is nu opnieuw gelukt, al is de context wezenlijk anders, zegt Van Stekelenburg. "In 1981 ervaarden Nederlanders directe dreiging door kernwapens, omdat die kruisraketten op Nederlands grondgebied neergezet zouden worden. Het geweld in Gaza is veel verder weg, maar door de stroom aan gruwelijke beelden op sociale media voelen mensen zich toch betrokken." Dat leidt tot een enorme solidariteitsbeweging en een brede coalitie zegt Van Stekelenburg. "Mensenrechtenorganisaties als Oxfam zijn de kartrekkers, maar daaromheen zien we dat steeds meer organisaties zich aansluiten", benadrukt Oosterzee. "Ook bijvoorbeeld de stationsdemonstranten die een fellere toon hanteren." Of het helpt? Na de massale protesten in de jaren 80 schoof de toenmalige regering het besluit over de kernwapens jaren voor zich uit, tot ze in 1985 in principe akkoord gingen met de stationering van 48 kruisraketten in Woensdrecht. Dat bleek twee jaar later toch niet nodig, toen de VS en de Sovjet-Unie een akkoord sloten. Toch heeft protesteren altijd zin, benadrukt Oosterzee. "We zien dat partijen opschuiven, kritischer worden. En we moeten onze solidariteit blijven tonen met de mensen in Gaza."

Lees verder