Slachtoffers die op zee vielen op Java-eiland herdacht: "Voor hen was geen thuiskomst"

Op de kop van het Java-eiland bij het monument 'Zeeman op de Uitkijk' werd vanmorgen stilgestaan bij de slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog op zee vielen. "Voor hen was geen thuiskomst, zij betaalden de tol. Weg al hun verwachting van het leven. Zij vielen voor ons, besef dat ten vol", klonken de woorden, afkomstig uit een gedicht geschreven door een van de opvarenden van het s.s. Roebiah, voor de twee minuten stilte op de herdenkingsplek. In totaal keerden 24 schepen van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) nooit meer terug. Zo verloor de maatschappij 611 zeevarenden, 23 man walpersoneel in Oost-Azië en 9 man walpersoneel in Europa.  "De Stoomvaart Maatschappij Nederland is indertijd opgericht voor de vaart op Nederlands-Indië. Alle koopvaardijschepen moesten aan het begin van de oorlog voor de geallieerden gaan varen. Voor olie, voedsel, troepen ook en wapens", legt Dorien van Loggem van de organisatie uit. Hiermee waren de zeevarenden een doelwit voor de U-boten van de Duitsers.  Samenkomen  Het monument op de kop van het Java-eiland werd in 1950 opgericht en is sindsdien een plek geworden waar nabestaanden en overlevenden jaarlijks samenkomen op 4 mei. "Dit monument staat hier om ons eraan te herinneren dat vrijheid een prijs heeft, een prijs die vaak hoog is, soms zelfs onverstelbaar hoog", leest Koos Maat van kapiteinsvereniging SMN voor tijdens de herdenking. "Het is aan ons om dat niet alleen te koesteren, maar ook actief te verdedigen."