Stad steeds duurzamer, maar doel gemeente nog onhaalbaar

Amsterdammers verbruiken minder energie en halen hun eiwitten voornamelijk uit plantaardig eten. Dat blijkt uit de eerste monitor van de duurzaamheidsdoelen van de stad. Ook is er een forse daling te zien in de uitstoot van de gemeente zelf. Desondanks ligt de gemeente niet op koers om het doel van 60 procent minder CO2- uitstoot in 2030 te halen.  Onze Stad van Morgen is de in 2023 uiteengezette aanpak van het college om de klimaatcrisis te bestrijden en de stad klimaatbestendig te maken. Het rapport laat onder andere zien dat de totale CO2-uitstoot van de Amsterdamse haven en industrie in 2024 is gedaald met 75 procent vergeleken met 2018. Deze forse daling komt onder andere door de sluiting van de Hemwegcentrale in 2019. Ook Amsterdammers zelf gebruikten in 2024 twaalf procent minder energie dan in 2018. Verder heeft 63 procent van de huizen nu energielabel A-D, vergeleken met 20 procent in 2012 en steeg het percentage uitstootvrij verkeer in 2024 naar 12 procent vergeleken met 3 procent in 2019. Het gebruik van nieuwe, niet-hernieuwbare materialen is gedaald van 23 miljard kilo in 2018 naar 12 miljard in 2023. Daarnaast halen Amsterdammers meer dan de helft van hun eiwitten uit plantaardig eten in plaats van uit dierlijk eten. Doel 2030 lukt nog niet  Uit het rapport blijkt ook dat met de huidige koers Amsterdam in 2030 slechts 46 procent minder uitstoot, terwijl het doel 60 procent is. Wethouder duurzaamheid Zita Pels laat in een persbericht weten: “Ondanks dat we ons maximaal inzetten, zijn we er nog niet. We hebben naast onze eigen inspanningen nu ook echt daadkracht vanuit het Rijk nodig, onder meer op het gebied van netverzwaring, verduurzaming van de industrie en grootschalige investeringen in warmtenetten. Ik hoop dat een nieuw kabinet straks eindelijk werk gaat maken van onze toekomst.”  Daarnaast onderzoekt de gemeente wat voor extra maatregelen ze verder kan nemen. 

Lees verder