Stedelijk toont kunst die bij rampen onderaan de reddingslijst stond: "Nu zijn het favorieten"

In een noodsituatie zoals een brand of een andere ramp, wat neem je dan als eerste mee? Met een systeem van gekleurde stippen markeerde het Stedelijk Museum tijdens de Koude Oorlog wat in geval van nood als eerste gered moest worden en wat niet. Hoe kijken we nu naar die selectie? In de tentoonstelling Blue Dots zijn schilderijen met een blauwe stip te zien die als laatste of helemaal niet gered zouden worden. Het schilderij Op het terras (1930) van Nola Hatterman, Rêve d'amour (Ca 1892-1895) van Willem Martens of Na de storm (1858) van Jozef Israëls, het zijn drie van de tientallen kunstwerken die in de jaren 50 van de vorige eeuw een blauwe stip kregen en dus als laatste zouden worden gered bij een ramp of zelfs verloren waren gegaan. Twintig hiervan zijn in de expositie Blue Dots te zien. Rode, witte en blauwe stippen Bij haar aantreden als conservator bij het Stedelijk Museum vorig jaar, onderzocht Nadia Abdelkaui de collectie in het depot. Ze ontdekte dat er rode, witte en blauwe stippen op de achterkant van de schilderijen waren geverfd. Het bleek te gaan om een systeem dat bedacht werd als noodplan bij een ramp. Abdelkaui: "Een rode stip was een heel belangrijk werk en zou als eerste worden geëvacueerd." Had een schilderij een witte stip, dan had het een lagere prioriteit en een werk met een blauwe stip zou als laatste worden gered. Ouderwets Na de Tweede Wereldoorlog kreeg vooral radicale vernieuwing in de kunst aandacht, zoals de Cobra-beweging. Landschappen en stillevens werden als ouderwets gezien en kregen onder toenmalig museumdirecteur Willem Sandberg geen waardering. Ook figuratie stond als favoriete kunststroming van de nazi's in een kwaad daglicht. En zo kon het gebeuren dat een huidige publiekslieveling, zoals die van Nola Hatterman, een blauwe stip kreeg. "Die stippen werden gezet in de jaren 50 en 60. In die tijd was abstractie belangrijk; kunst moest vooruitkijken. Realistische kunst hoorde er niet bij", vertelt Abdelkaui. Die kregen dus een blauwe stip. Zoals gebeurde bij Op het terras (1930) van Nola Hatterman. "Je kunt het je nu niet meer voorstellen, Op het terras is nu één van onze topstukken en heeft zelfs nog op een belangrijke tentoonstelling in het Metropolitan Museum of Art in New York gehangen. Ik vind het een heel modern schilderij, maar toen werd het als te realistisch gezien." Veilige plek Het schilderij had nu zeker een rode stip gekregen, ware het niet dat het prioriteitensysteem al in de jaren 60 niet meer gebruikt werd. Abdelkaui: "Net als alle andere musea hebben we nu een Collectiehulpverleningsplan. In geval van calamiteiten, zoals een overstroming, een aardbeving of invasie, weten we hoe we de collectie het beste naar een veilige plek kunnen brengen."  De tentoonstelling Blue Dots is te zien tot en met 15 maart in het Stedelijk Museum.

Lees verder