Vorig jaar gestart met bouw van zo'n 5000 woningen, opnieuw minder dan ambitie

Het is vorig jaar opnieuw niet gelukt om 7500 woningen in aanbouw te nemen. Het waren ongeveer 4500 koop- en huurwoningen en zo'n 800 flexwoningen. Toch vindt wethouder Reinier van Dantzig dat het nog 'behoorlijk goed' gaat. De meeste woningen die in 2024 in aanbouw werden genomen waren sociale huurwoningen. Het waren er zo'n 1900, die bijna allemaal door woningcorporaties gebouwd werden. Het percentage van het totale aantal in aanbouw genomen woningen is daarmee meer dan 40 procent, iets waar Van Dantzig blij mee is.   Hogere huurprijs Er werden ongeveer duizend middeldure huurwoningen in aanbouw genomen. Die woningen hadden een huurprijs van tussen de 879 euro en 1220 euro per maand. De wethouder spreekt van 'stagnatie' van het aantal van dit soort huurwoningen en maakt zich hier zorgen over. Daarom mogen ontwikkelaars dit jaar een hogere maximale huurprijs van 1274 euro gebruiken (zolang de gemiddelde huurprijs van het project 1175 euro bedraagt), zodat ze meer financiële ruimte hebben.  Ook werd er gestart met de bouw van zo'n duizend koopwoningen. Daarvan zijn er zo'n 90 volgens de gemeente 'betaalbaar', die woningen kosten minder dan 390.000 euro per stuk. De rest bestaat uit koopwoningen die nog duurder verkocht worden.  Volgens Van Dantzig hebben 'verslechterde marktomstandigheden en de economische recessie van 2023 hun weerslag op de bouwproductie '. "De hoge rente, inflatie, stijgende bouwkosten en stijgende personeelskosten zorgen voor een rem op nieuwe ontwikkelingen. Bovendien neemt het aandeel gemeentelijke bouwlocaties af." In het coalitieakkoord uit 2022 werd nog afgesproken dat er jaarlijks 7500 woningen in aanbouw genomen zouden worden, maar dat aantal werd ook in 2023 niet gehaald. Toen was het vergelijkbaar met het aantal in aanbouw genomen woningen in 2024. In 2022 werd er wel gestart met de bouw van meer dan 8000 woningen.  Van Dantzig omschrijft het als een gemiddelde van 6000 per jaar. "Gezien de huidige omstandigheden een goed resultaat. Ter vergelijking: tijdens eerdere crisissen lag de productie aanzienlijk lager. Zo werden er in 2009 slechts circa 2300 woningen in aanbouw genomen." Omdat de woningbouwcijfers dus al tegenvielen, konden projectontwikkelaars in 2024 een verzoek doen om te kijken of de grond inmiddels minder waard was en zo ja, om dat lagere bedrag te betalen. Bij twintig projecten met in totaal zo'n 2100 woningen hoefde er daadwerkelijk minder betaald te worden. Inmiddels is de tijdelijke maatregel niet meer van kracht, omdat de grondwaarden aan het stijgen zijn en dus waarschijnlijk toch niet meer lager uitvallen.  Van Dantzig zegt dat hij samen met de andere wethouders en de burgemeester wel 'tot het uiterste' wil gaan om te kijken naar andere maatregelen, maar hij benadrukt dat het de vraag is of dit lukt. "Gezien de beperkte ruimte en de complexiteit van de huidige marktomstandigheden is echter allerminst zeker dat er daadwerkelijk nieuwe maatregelen kunnen worden genomen."