Vuurwerkverkopers dringen aan op royale compensatie nu verbod voor de deur staat

Vuurwerkverkopers willen duidelijkheid over de compensatie die ze gaan krijgen van de overheid nu volgend jaar het algeheel vuurwerkverbod moet gaan gelden. Het verbod is een aderlating voor de broers Klarenbeek die al jaren vuurwerk verkopen op de grens van Amsterdam en Amstelveen. "Wij zijn vanaf volgend jaar ons hele inkomen kwijt, want wij verkopen alleen maar vuurwerk." In juli dit jaar stemde de Eerste Kamer in met het landelijke vuurwerkverbod dat volgende jaarwisseling hoogstwaarschijnlijk ingaat. Het besluit volgde op een steeds luidere roep vanuit hulpdiensten, gemeenten en ziekenhuizen. Het kabinet werkt nog aan een compensatieregeling voor vuurwerkhandelaren die door het verbod (deels) hun inkomsten verliezen. Maatwerk Om hoeveel geld die compensatie gaat, is nog onduidelijk. Eerder zei oud-staatssecretaris voor Milieu dat importeurs en verkopers maximaal 50 miljoen euro kunnen rekenen, een fractie van de 895 miljoen waar de vuurwerkbranche zelf op inzet bij een mogelijk algeheel verbod. Als het aan Tom Klarenbeek ligt, is dat veel te weinig. De vuurwerkverkoper uit Amstelveen vindt dat de overheid voor elke verkoper met een passende oplossing moet komen en wil snel duidelijkheid. "Er moet maatwerk geleverd worden", benadrukt Tom. "Voor de ene ondernemer is vuurwerk maar een deel van de inkomsten, hier is het ons jaarinkomen." Tom en zijn broer Jan richten zich al elf jaar volledig op de verkoop van vuurwerk, nadat ze hun ijzerwarenzaak hadden verkocht. Sprankje hoop Het kabinet werkt nog aan de details van het vuurwerkverbod en daarom is er een minimale kans dat mensen volgend jaar toch nog mogen afsteken. De zoektocht naar nieuw werk is dan ook nog niet begonnen voor de twee broers. "Misschien draait ons bedrijf nog wel één jaar langer door", zegt Jan.  "Ik probeer nog van dit jaar te genieten, we mogen het waarschijnlijk nog één keer doen", vult zijn broer Jan aan. "Na 31 december 18.00 uur vallen we denk ik in een gat en wordt het niet proosten op het nieuwe jaar."