Wethouder erkent: ozb-verhoging heeft gevolgen voor investeringen woningcorporaties
De verhoging van de onroerendezaakbelasting (ozb) zorgt er inderdaad voor dat woningcorporaties minder kunnen investeren. Dat blijkt uit een onderzoek dat de gemeente heeft laten uitvoeren. Wel zouden ze tot 2027 nog wel aan eerdere afspraken kunnen houden, stelt wethouder Volkshuisvesting Zita Pels. Uit het onderzoek blijkt dat er door de ozb-verhoging bij woningcorporaties Lieven de Key, Eigen Haard, Rochdale en Stadgenoot in 2027 gezamenlijk 160 miljoen euro minder investeringsruimte is. In 2032 is dat bedrag opgelopen naar 205 miljoen euro. De onderzoekers concluderen dat corporaties meer kosten hebben en 'ook nog eens minder kunnen lenen'. Duidelijk "Het is duidelijk dat de ozb-verhoging gevolgen heeft voor de investeringsruimte van woningcorporaties", erkent Pels vandaag in een brief aan de gemeenteraad. Toch kan er geen uitzondering voor de corporaties gemaakt worden. De wethouder omschrijft de verhoging van de ozb als een 'onaangename, maar noodzakelijke financiële keuze'. Pels stelt dat woningcorporaties, huurders en de gemeente hebben geconcludeerd dat de zogeheten prestatieafspraken tot en met 2027 'haalbaar' zijn voor de corporaties. De afspraken gaan over de beschikbaarheid van sociale huurwoningen, de betaalbaarheid, kwaliteit en leefbaarheid. Toch is dat een ander verhaal als de landelijke huurbevriezing doorgaat, schrijft Pels. "Die heeft een direct en groot negatief effect op de uitvoerbaarheid van de Amsterdamse prestatieafspraken." Woningcorporaties trokken hier al eerder over aan de bel. Aan het eind van deze maand gaat Pels in gesprek met woningcorporaties, maar ze zal het dan vooral over de landelijke huurbevriezing hebben.
Lees verder