Woningcorporaties: "Blijf ruimte geven aan verkoop van sociale huurwoningen"

De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) wil dat de gemeente ruimte blijft geven voor de verkoop van sociale huurwoningen. De verkoop ligt bij de gemeente gevoelig, maar volgens de woningcorporaties zijn de verkoopinkomsten noodzakelijk voor het realiseren van nieuwbouw en het verduurzamen van woningen. Dat schrijven de woningcorporaties in een brief aan de gemeenteraad. De federatie, waar alle grote woningcorporaties in de stad onder vallen, hebben de brief gestuurd om de partijen te helpen met het opstellen van het verkiezingsprogramma. Ook laten ze zien wat in hun ogen de grote opgaven zijn voor de toekomst. De Amsterdamse corporaties hebben in totaal zo'n 189.000 huurwoningen. Dat is 37 procent van alle woningen in de stad. Met stip op één staat het terugdringen van de woningnood in de stad. Volgens de federatie moet de gemeente daarvoor genoeg voldoende locaties reserveren voor de corporaties zodat zij nieuwbouw kunnen realiseren. "Stel dus harde quota voor sociale en middenhuur bij nieuwe ontwikkelingen." 40-40-20 regel Daarmee doelen de woningcorporaties op de zogenoemde 40-40-20 regel die de gemeente nu nog hanteert bij het realiseren van nieuwe projecten. Dat betekent dat 40 procent sociale huur moet zijn, 40 procent middeldure huur en koop en 20 procent dure koop. D66 heeft al aangegeven mogelijk minder sociale woningbouw voor lief te nemen om de bouwproductie op peil te houden en ook de bestaande woningen op te kunnen knappen, omdat het volgens de partij te duur is om de huidige verdeling in stand te houden. Maar GroenLinks wil het aantal te bouwen sociale huurwoningen juist op peil houden. Daarnaast vragen de corporaties om geen bovenwettelijke eisen te stellen aan het realiseren van nieuwbouw. Bovenwettelijke eisen zijn extra, vrijwillige eisen die verder gaan dan wat wettelijk verplicht is. Volgens de AFWC remmen dat soort eisen de productiesnelheid af en kost het alleen maar meer geld, terwijl de effecten marginaal zouden zijn. "Zet 'gewoon goed' bouwen voort." En bij dat goed bouwen hopen de corporaties ook op snellere procedures van de gemeente bij bouwlocaties.  Sociale verkoop Maar het behoud van de 40-40-20 regel, geen bovenwettelijke eisen en een sneller proces bij de gemeente heeft geen nut volgens de corporaties als zij de nieuwbouw financieel niet kunnen realiseren. Daarvoor moeten zij sociale huurwoningen blijven verkopen, terwijl dat nogal gevoelig ligt. In 2019 werd er met de woningcorporaties afgesproken om daar terughoudend mee te zijn en vorig jaar werd afgesproken dat het aantal gebieden waar sociale huurwoningen niet verkocht mogen worden omhoog gaat. Alleen gaat het bouwen van nieuwbouw niet door zonder de verkoop van de sociale huurwoningen. "Het gaat er uiteindelijk om dat de totale voorraad sociale huurwoningen van hoge kwaliteit is en per saldo groeit. Dit lukt niet zonder inkomsten uit verkoop", zo stellen zij. "We verkopen onze woningen niet lukraak maar op een weloverwogen manier. We kijken bijvoorbeeld kritisch naar het type en de locatie van de woning." De woningcorporaties vragen ook om hulp bij de gemeente voor het renoveren van woningen, het oplossen van het schimmelprobleem en het aanleggen van warmtenetten. Daarvoor vragen ze ook financieel hulp. "Stijgende prijzen van materialen, arbeid maar ook gemeentelijke lasten spelen een belangrijke rol. Maak de opgave van sociale huurwoningen makkelijker door deze lasten zoveel mogelijk te matigen."

Lees verder