Zeker 24 Nederlanders werkten in Auschwitz: "Hoe vertel je dat aan nabestaanden?"
Ze bewaakten de poort, liepen met bewakingshonden door het kamp en begeleidden Joden naar de gaskamers. En ze spraken Nederlands. Het is een waarheid waar we in Nederland liever niet aan herinnerd worden: ook onze landgenoten werkten als bewakers in Auschwitz. Dat Nederlanders in Auschwitz dienden, is een vrijwel vergeten hoofdstuk uit onze geschiedenis. Onderzoeksjournalist Stijn Reurs (38) probeert daar verandering in te brengen. Bijna twintig jaar dook hij in deze zwarte bladzijdes van de Nederlandse geschiedenis. Hij begon breed, met archiefonderzoek en honderden gesprekken met oud-SS’ers en NSB’ers. Uiteindelijk spitste zijn onderzoek zich toe op Nederlandse kampbewakers. "In veel concentratiekampen was de Nederlandse nationaliteit de enige andere naast de Duitse. Een feit waar in Nederland zelden aandacht voor is." Voor zijn nieuwe tweedelige documentaire, te zien op streamingdienst Videoland, spitst Reurs het onderzoek toe op 24 Nederlanders die als bewakers in Auschwitz hebben gediend, het bekendste en grootste vernietigingskamp uit de Tweede Wereldoorlog. Nabestaanden wisten vaak van niets Reurs spoorde de familieleden en nabestaanden van tien tot vijftien van de 24 oud-medewerkers op. Ook voor hen was het vaak nog niet bekend dat hun vader of moeder in Auschwitz had gediend. "Hoe vertel je iemand dat zijn vader of moeder als bewaker diende in een concentratiekamp? Voor veel nabestaanden is het een vreselijk idee dat hun ouders misschien wel betrokken waren bij massamoord." Bewaker bij dwangarbeid en gaskamers Soms was dat wel de waarheid. Eén van die mannen is Heinz Lariviere. Hij diende bij de hondeneenheid, waar hij vrouwen bewaakte tijdens dwangarbeid, maar ook Joden begeleidde richting de gaskamers. Lariviere werd naar Auschwitz overgeplaatst, nadat hij aan het Oostfront bevroren voeten had opgelopen. Hierdoor kon hij geen actieve frontdienst meer doen. "Ik weet dat hij een dag na aankomst waarschijnlijk al meerdere gevangenen heeft vermoord", zegt Reurs. Dat stond in een van weinig bewaarde documenten uit het kamp. Lariviere's familie verhuisde in 1945 naar Amsterdam, waar zij in de Pijp woonde. Zelf was hij tussen 1945 en 1949 in geïnterneerd, vanwege zijn lidmaatschap bij de SS. In die verhoren liet de Amsterdammer niks los over zijn verleden in Auschwitz. Tekst gaat verder onder de foto. Na zijn vrijlating streek Lariviere, samen met zijn vrouw Katharina en dochter Hannelore, neer in Alkmaar, waar zij in de Stationstraat kwamen te wonen. Daar werkte hij als worstenmaker. In zijn vrije tijd volgden hij een opleiding bij de Scheidsrechtersvereniging in Alkmaar. Na zijn periode in Alkmaar eind jaren vijftig verliet het gezin Nederland en verhuisde naar Duitsland. Eind jaren tachtig emigreerde het hele gezin naar Australië. Daar loopt het spoor voor Reurs dood. "Ik heb nog een brief geschreven naar zijn laatste adres in Australië, maar nooit antwoord gekregen." "Ik stond in de keuken van het vrouwenkamp, waar Nederlandse bewakers werkten," vertelt Reurs. "Je ziet de schoorstenen, de wasbakken. Je weet gewoon: hier stonden zij ook. Je kijkt door hetzelfde raampje naar buiten." Wie kent Heinz Lariviere? Het onderzoek is wat Reurs betreft dan ook nog lang niet afgerond. "Wie kende Heinz Lariviere?" Op die vraag wil hij maar al te graag nog antwoorden vinden. "Ik ben nu op zoek naar mensen die hem hebben gekend in de periode dat hij in Amsterdam en Alkmaar woonde en werkte." Zijn zoektocht naar Lariviere laat zien dat het onderzoek en geschiedschrijving van de Nederlandse rol tijdens de Tweede Wereldoorlog nog lang niet is afgelopen. Verhalen doorvertellen Reurs vindt het belangrijk dat ook deze kant van de geschiedenis wordt verteld. "Ik wil nabestaanden spreken nu het nog kan, zodat deze geschiedenis kan inkleuren." Daarnaast wil Reurs slachtoffers van Auschwitz een dienst bewijzen om deze verhalen ook te vertellen. "Je hoopt toch ook ergens dat mensen er wat van leren. Daarnaast is het ook geschiedschrijving."
Lees verder