Amsterdam wil meer kikkers, egels, libellen, salamanders en bosrandvlinders
De Amsterdamse biodiversiteit moet verbeterd worden, dat concluderen stadsecologen. De biodiversiteit in de stad - alles wat leeft - moet daarom worden beschermd en vergroot. Om dat te realiseren presenteert de gemeente vandaag een plan. We krijgen een rondleiding door het Gijsbrecht van Amstelpark in Buitenveldert van stadsecoloog Florinde Nieuwenhuis. De eerste stop: een nieuw aangelegde faunapassage. Hier moeten straks onder andere de egel, de hermelijn en de bunzing veilig doorheen kunnen kruipen. Het tunneltje is er om te voorkomen dat de dieren overreden worden door auto's bij een oversteek, maar ook zodat de populaties kunnen vermengen met de dieren in andere parken. "Zo wordt de populatie gezonder en de leefomgeving groter, waardoor de dieren meer voedsel kunnen vinden", vertelt Nieuwenhuis. Volgens de ecoloog kent Amsterdam een rijke biodiversiteit, maar is die is wel kwetsbaar. Dat komt enerzijds doordat de stad steeds drukker wordt en anderzijds door klimaatverandering waardoor het warmer en droger wordt. Verbeteren wat we hebben De gemeente heeft drie strategieën om de biodiversiteit te verbeteren. De kwaliteit van het groen vergroten, de groene gebieden met elkaar verbinden en meer te focussen op de behoefte van planten en dieren. Volgens Nieuwenhuis is het ook belangrijk om te kijken naar de biodiversiteit in de wijken en buurten, maar is dat te groot om in één keer aan te pakken. "We richten ons nu op de huidige groene gebieden en de huidige natuurgebieden. Daar is de biodiversiteit aanwezig en we willen voorkomen dat die achteruit gaat. We willen dus eerst houden en verbeteren wat we hebben".
Lees verder