Marleen is tuinier op grote hoogte bij de Valley: "Ik werk volgens het 'niet-vallen-principe'"

Wie over de Zuidas loopt, kan er niet omheen: De Valley, het iconische gebouw met zijn kronkelende vormen en groene gevels. Voor sommigen een architectonisch hoogstandje, voor anderen een ‘apenrots van steen en glas’. Maar wie zorgt er eigenlijk voor al het groen?  De Valley aan de Beethovenstraat op de Zuidas bestaat uit drie torens: van 100 meter, 66 meter en 76 meter. In de hoogste toren bevindt zich op de 26e verdieping, de bovenste, een restaurant. "Je moet inderdaad geen hoogtevrees hebben. In het begin moest ik niet te vaak omlaag kijken, maar inmiddels ben ik eraan gewend. Ik werk volgens het 'niet-vallen-principe'. Dat gaat altijd goed", lacht Marleen.  Valbeveiliging Op het terras van het restaurant staan bloembakken, waar Marleen vaak te vinden is. Altijd gezekerd, dat wel natuurlijk. Marleen en haar collega’s dragen een harnas met valbeveiliging. "Er zijn van die ringen, waar we deze touwen aan vast maken. Vaak denken mensen dat we aan die touwen hangen, maar als we er aan hangen, zijn we dus gevallen." Gelukkig is dat nog nooit gebeurd. In de rest van het gebouw zitten kantoren en woningen. Of ze daar wel eens naar binnen kijkt? "Jazeker, we moeten vaak naar binnen om bij de balkons te komen", vertelt ze. Wat ze daar ziet? "Geld", lacht Marleen. "Het zijn niet alleen maar rijke stinkerds. Maar wat wel opvalt, is dat ze allemaal hetzelfde design hebben.  En het ruikt ook overal hetzelfde. Naar dat geurtje, Marie Stella Maris", vertelt Marleen.  Hovenieren op de Valley heeft wel wat uitdagingen vertelt Marleen. Daarmee doelt ze niet op de hoogte, maar op de vele handelingen dat het kost. "Ik wilde met mijn handen werken, maar hier is het allemaal wat complexer om bij de woningen te komen. Steeds met de lift, vaak moeten de schoenen overal uit. Het zijn veel handelingen voor weinig vierkante meter groen", vertelt ze. 

Lees verder